Operation Manual

Handleiding en installatie voorschrift Thermomaster 45/60/80
39
4 . Algemeen
De ThermoMaster 45/60/80 zijn hermetische ketels. Ze
bevaten een gegoten aluminium warmtewisselaar.
Als er warmte gevraagd wordt, zal de elektronische
regelaar (controller) de pomp activeren.
Na de controle van de nultoestand van de
luchtdrukschakelaar versnelt de ventilator tot de
snelheid die nodig is om een luchtdebietcontrole te
doen. Op het moment dat de luchtdrukschakelaar
dichtgaat, daalt de ventilatorsnelheid naar de
ontstekingssnelheid. Noot: de types 45 en 60 hebben
geen luchtdrukschakelaar.
Na 5 seconden spoelen (purgeren) met
ontstekingssnelheid van de ventilator, worden de
waterdrukschakelaar en de gasdrukschakelaar
gecontroleerd. Wanneer beide drukschakelaars
gesloten zijn, wordt de ontsteking vrijgegeven.
De verbrandingslucht wordt door de ventilator van
buiten aangezogen. De lucht wordt via een gas/lucht-
menger (venturi) geleid die onderdruk creëert. Deze
onderdruk is een maat voor de hoeveelheid lucht die
wordt aangezogen. Dit signaal wordt via een intern
kanaal doorgegeven aan de gasklep. De gasklep
zal vervolgens automatisch de juiste hoeveelheid
gas leveren die in de venturi geïnjecteerd wordt en
gemengd met de lucht. Dit mengsel wordt naar de
brander geleid.
De ontstekings- en ionisatiecontrole van het mengsel
gebeurt door middel van een elektrode die onder de
brander is aangebracht.
De temperatuurcontrole en -beveiliging gebeurt door
NTC's. De informatie van deze sensoren wordt door
de controller verwerkt, die eveneens de algemene
werking en de veiligheid van de ketel garandeert.
5 . Normen
De plaatsing en de installatie mogen enkel worden
uitgevoerd door een erkend installateur die op zijn
verantwoordelijkheid de bestaande normen en het
installatievoorschrift naleeft.
De installatie dient uitgevoerd te worden in
overeenstemming met de volgende normen,
voorschriften en richtlijnen :
- de Belgische normen NBN D 51003, NBN B 61001
en NBN B 61002 voor binnen installaties voor aardgas
- alle bestaande voorschriften van de plaatselijke
watermaatschapij en van BELGAQUA
- de ARAB voorschriften
- de toestellen moeten geplaatst worden op een
onontvlambare muur of schutsel
- bij de eerste indienstelling moet de installateur zowel
de gas-als de wateraansluitingen van de installatie
en het toestel op dichteit controleren
6 . Werking als waterverwarmer
Met een uitwendige boiler met warmtewisselaar zijn
er twee montages mogelijk
Bij een aanhoudende warmteaanvraag zal de ketel
de aanvoertemperatuur automatisch verhogen
tot 80°C. Als de aanvoertemperatuur meer dan
85°C bedraagt, zal de ketel tijdelijk uitschakelen,
aangegeven door “6” + de aanvoertemperatuur op
het display. De ketel zal de SWW-bereiding hervatten
wanneer de aanvoertemperatuur onder 75°C is
gedaald. De ketel zal de warmwaterbereiding
stoppen als de watertankthermostaat daartoe
het signaal geeft of de tank-NTC de ingestelde
temperatuur van 60°C heeft bereikt.
Vervolgens zal de warmwaterpomp blijven draaien
gedurende ong. 2 minuten, waarbij “8” op het display
verschijnt.
Na 90 minuten continue werking voor het verwarmen
van SWW, schakelt de ketel om op CV om te sterke
afkoeling van het gebouw te voorkomen.
Uitschakelen van de SWW-werking : houd
gedurende drie seconden ingedrukt. Het display zal
snel daarna “d off” weergeven.
Een alternatieve manier om uit te schakelen, is de
parameter 2 op “0” te zetten.
Het resultaat daarvan is dat de controller elke
aanvraag naar sanitair warm water zal negeren.
De SWW-werking vrijgeven: houd
drie seconden ingedrukt. Het display zal korte tijd
daarna “d on” weergeven.
Een alternatieve manier voor het vrijgeven is de
parameter 2 te veranderen in “1”.
6 . 1 . Externe warmwatertank (voorraadvat) met
thermostaat
Standaard is de SWW-conguratie ingesteld om
te gebruiken als: warmwatertank (voorraadvat) +
tankthermostaat + 230 VAC SWW-pomp of veerbelaste
driewegklep 230V AC. Hiervoor is parameter 46
standaard ingesteld op 13.
De 2 draden van de tankthermostaat moeten
verbonden worden met nummers 20 en 21 van de
klemmenstrook. Voor de hydraulische aansluiting van
een externe warmwatertank (voorraadvat) aan de
ketel moet ofwel een 230 VAC SWW-pomp of een
veerbelaste 230 VAC-driewegklep worden gebruikt.
Bij gebruik van een driewegklep verandert u het 1e
cijfer van parameter 45 van 1 naar 2.
Bij gebruik van een tank-NTC verandert het 2e cijfer
van parameter 46 van 2 naar 3.
Voor de elektrische aansluiting: zie elektrisch schema.
De aanvraag voor warm water wordt opgewekt
door het schakelen van de tankthermostaat. De
tankthermostaat bepaalt ook de hysteresis (verschil
in °C tussen de inschakeling en de uitschakeling van
de ketel) om de warmwatertank op temperatuur te
houden.
-
-