Notice d’emploi et manuel d’installation - Gebruiksaanwijzing en Installatiehandleiding CHAUDIÈRE À CONDENSATION ET EAU CHAUDE ACCUMULÉE CONDENSATIEKETEL MET BOILER • THERMOMAX F 24 • THERMOMAX F 35 E
1 Algemeenheden .................................................................................2 2 Bewaren van de documenten ............................................................2 3 Veiligheid ............................................................................................2 3.1 3.2 Wat doen als u gas ruikt ? ..................................................................2 Veiligheidsinstructies en voorschriften ...............................................
1 Algemeenheden De toestellen van de reeks Thermomax zijn ketels die werken volgens de zogenaamde condensatietechnologie die het mogelijk maakt bijna alle warmte uit de verbrandingsproducten te recupereren. Met dit werkingsprincipe verbruikt de ketel minder energie en wordt de uitstoot van NOx en CO2 in de atmosfeer aanzienlijk verminderd. De THERMOMAX-ketel heeft een dubbele functie (verwarming + dynamische warmwateraccumulatie).
• Daarom geen veranderingen uitvoeren: - aan het toestel - in de omgeving van het toestel - aan de toevoerleidingen voor gas, toevoerlucht, water en stroom - alsook aan de afvoerleidingen voor rookgas • Voer nooit zelf onderhoud of reparaties uit op het toestel. • Als u een waterlek ontdekt, draai dan onmiddellijk de koudwatertoevoer van het toestel dicht en laat het lek herstellen door een gekwalificeerde vakman. • Beschadig of verwijder de zegels die op bepaalde onderdelen zijn aangebracht niet.
De garantie is beperkt tot de voorziene prestaties. Elke andere vraag, ongeacht van welke aard (voorbeeld: schadeloosstelling voor eender welke kosten of schade veroorzaakt aan de koper of aan derden enz.) is uitdrukkelijk uitgesloten. De garantie is enkel van toepassing als aan de volgende voorwaarden is voldaan: - Deze handleiding en de streepjescode moeten voorgelegd worden samen met het toestel dat door de garantie wordt gedekt; het verlies ervan doet de garantie vervallen.
Dit toestel werd ontworpen, erkend en goedgekeurd om te beantwoorden aan de eisen van de Belgische markt. Het kenplaatje aangebracht binnen in het toestel garandeert de oorsprong en het land waarvoor dit product bestemd is. Als u een afwijking op deze regel vaststelt, dan vragen we u contact op te nemen met het dichtstbijzijnde agentschap van Bulex. Wij danken u bij voorbaat voor uw medewerking.
8 Gebruik van het toestel 8.1 Bedieningspaneel 1 2 7 3 6 4 5 Legenda 1 Werkingsverklikker 2 Display 3 Keuze van de werkwijze 4 Regeling van de temperatuur van het water in de sanitaire kring 8.
komt tegenover de gekozen werkwijze te staan 8.2.2 Indicatie van de actuele warmtevraag wordt weergegeven wanneer het toestel zich in de werkwijze "bescherming tegen bevriezing" bevindt wordt weergegeven wanneer aan het toestel sanitair warm water wordt gevraagd wordt weergegeven wanneer aan het toestel warm water voor de verwarming wordt gevraagd 8.2.
8.3 Inbedrijfstelling • Vergewis u ervan dat: - het toestel elektrisch gevoed wordt, - de gaskraan open staat, - de koudwaterkraan open staat. • Druk op de start/stop-schakelaar zodat . het symbool "I" verschijnt : Het display en de werkingsverklikker op het bedieningspaneel gaan branden. Het toestel is klaar om te werken. - Constant groen brandend: Toestel in werking - Rood knipperend: storingssignaal (zie hoofdstuk "Opsporen en verhelpen van storingen") 8.
• Verschuif op de start/stop-schakelaar zodat het symbool "O" verschijnt: . Het display en de werkingsverklikker doven. Het toestel wordt niet meer elektrisch gevoed. We raden u aan om in geval van langdurige afwezigheid de gastoevoer naar de installatie te sluiten. 9 Opsporen en verhelpen van storingen In geval van een storing: - Verschijnen een symbool en een storingscode op het display van het bedieningspaneel. - Knippert de werkingsverklikker van het bedieningspaneel rood.
10 Bescherming van de ketel tegen bevriezing 10.1 Bescherming van de ketel tegen bevriezing In geval van vorstrisico: • Vergewis u ervan dat de ketel elektrisch gevoed wordt en dat het gas wel degelijk de ketel bereikt. • Als u enkele dagen afwezig bent, op het kies dan de werkwijze bedieningspaneel. Het systeem dat de ketel beschermt tegen bevriezing zal de ketel inschakelen zodra de temperatuur in de verwarmingskring onder 4°C daalt.
1 Opmerkingen met betrekking tot de documentatie ..........................13 2 Beschrijving van het toestel .............................................................13 2.1 2.2 2.3 Kenplaatje ........................................................................................13 CE-label ...........................................................................................13 Schematische voorstelling ...............................................................
9 Beveiligingen ....................................................................................32 10 Controle / Terug in dienst stellen ...........................................33 11 Het informeren van de gebruiker...........................................33 12 Reserve-onderdelen..............................................................34 13 Dienst na verkoop ............................................................................34 13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8 13.
documentatie • We vragen u om alle documenten samen aan de gebruiker van het toestel te overhandigen. De gebruiker moet die documenten bewaren om ze zo nodig te kunnen raadplegen. Wij wijzen alle verantwoordelijkheid af in geval van schade die veroorzaakt is door het niet in acht nemen van de instructies in deze handleiding.
2.
3 Keuze van de installatieplaats • Vergewis u ervan dat de muur waarop het toestel wordt aangebracht voldoende stevig is om het gewicht van het te installeren toestel te dragen. • Vergewis u ervan dat de beschikbare ruimte voldoende is voor het plaatsen van de water- en gasleidingen, en voor een afvoerleiding naar de riolering.
Attentie ! Bij een verkeerde installatie is er gevaar voor elektrische schokken en beschadiging van het toestel. • Bij het monteren van de aansluitingen moet u de afdichtingen juist aanbrengen om elk gas- of waterlek te vermijden. 4.
Als er thermostatische kranen worden gebruikt, dan mogen niet alle radiatoren ermee worden uitgerust. Ze mogen alleen in lokalen geplaatst worden waaraan veel warmte wordt toegevoerd en nooit in het lokaal waar de kamerthermostaat zich bevindt. • Bij een oude installatie moeten de radiatorkringen in elk geval gespoeld worden vooraleer de nieuwe ketel te installeren.
De bevestiging van de beugel moet aangepast worden aan de karakteristieken van de muur en moet het gewicht van het toestel kunnen dragen. • Boor de gaten voor de bevestigingsschroeven volgens de 45 250 165 boorsjabloon die met het toestel is meegeleverd. De mechanische karakteristieken van de pluggen moeten overeenkomen met de gegeven waarden op de tekening hieronder. 85 45 Ø105 50 104.5 893 934 min.
• Laat de ketel zakken tot en rusten op de aansluitplaat. • Breng de dichtingen op de verschillende aansluitingen aan. • Draai de koppelingen tussen de verwarmingsketel en de aansluitplaat vast. • Vergeet niet het blauwe verlengstuk op de vulkraan te steken. n. mi kg 15 n. mi kg 15 in. m kg 15 n. mi n. kg mi 22 2 kg 2 Gebruiksaanwijzing • Plaats de ketel op de ophanglip. n. mi kg n. mi in. 15 kg gm 15 k 15 in. m kg 17 n. mi kg 17 Installatievoorschriften voorbehouden voor installateurs n. mi .
5.5 Gas- en wateraansluiting • Vooraleer enige bewerking uit te voeren moeten de leidingen gereinigd worden met behulp van een passend product om de eventuele onzuiverheden te verwijderen, zoals vijlsel, soldeersel, oliën en diverse vetten. Deze vreemde lichamen zouden meegesleurd kunnen 2 3 worden in de ketel, en de goede werking ervan in het gedrang brengen. • Gebruik geen oplosmiddel om niet het risico te lopen de kring te beschadigen.
De proefdruk kan afgelezen worden op een manometer (niet meegeleverd) die in de plaats van de eerste moer op de aansluiting van de retourleiding voor de verwarming (8) wordt geschroefd. 5 6 Afvoerventiel sanitaire kring Afvoer naar de rioling (sifon niet meegeleverd) 5.6 Aansluiting van de condensaatopvangbak 3 Gebruiksaanwijzing De retourleiding voor de verwarming (1) bevat een filter (7) die toegankelijk is door de moer op het uiteinde los te draaien.
3% OK De horizontale Bulex-luchtpijp zorgt automatisch voor een hellingshoek van 3° waardoor de condensaten naar het toestel kunnen worden teruggevoerd. De maximumlengte van de luchtpijp is bepaald volgens zijn type (bijvoorbeeld C13). OK 5.7 • Ongeacht het gekozen type luchtpijp dienen de in de onderstaande tabel opgegeven minimumafstanden voor de plaats van de uiteinden van de luchtpijp te worden nageleefd. Rookgasaansluiting Verschillende configuraties van luchtpijpuitgang zijn mogelijk.
0,6 0,6 0,3 0,5 0,3 1,2 0,6 0,5 0,5 ∆H L 0, 5 0, 5 L ≥2,5 ∆H ≥1 2,5 ≥0,5 0,5 1 ≥2 ,5 5 ≥ 0, 2 ≥ 2, H = hoogte vanaf de grond : - 2,2 m t.o.v. een begaanbare weg - 0,5 m t.o.v. een afgesloten terrein 2, ≥1 5 ≥2 5.7.1 Horizontaal luchtpijpsysteem Ø 60/100 mm of Ø 80/125 mm (installatietype C13) Ø 60/100 mm Uitgang t.o.v.
Ø 80/125 mm L Maximaal drukverlies: 150 Pa Deze waarde wordt bereikt met een leiding met maximale lengte (L) + 1 bocht van 90°. Type Ø 60/100 Ø 80/125 210 1 THERMOMAX F 24 Max. lengte 10.5 m 16.5 m THERMOMAX F 35 E Max. lengte 5.5 m 11.5 m Telkens een extra elleboog van 90° nodig is (of 2 van 45°), moet de lengte L met 1 m worden verminderd. Legenda 1 Pakking Maximaal drukverlies: 150 Pa Deze waarde wordt bereikt met een leiding met maximale lengte (L) + 1 bocht van 90°.
Opmerking: het is niet nodig om een code voor de luchtleidingen te parametriseren met dit luchtpijpsysteem. A L1 L2 WAARSCHUWING ! - Elke leiding die dwars door een wand loopt en waarvan de temperatuur meer dan 60°C boven de omgevingstemperatuur ligt, moet ter plaatse van deze doorgang thermisch geïsoleerd worden. De isolatie kan gebeuren met isolatiemateriaal met de passende dikte van minstens 10 mm en een thermische geleidbaarheid λ ≤ 0,04 W/m.K.
• Verbind de voedingskabel van de ketel met het 230V-net (enkelfasig + aarding). Belangrijk: de elektrische aansluiting van het toestel moet door een vakman worden uitgevoerd. Alle interventies binnen in het toestel moeten verwezenlijkt worden door de Dienst-na-verkoop (de Service) of een vakman. Volgens de van kracht zijnde normen moet deze aansluiting gebeuren via een tweepolige schakelaar met een scheidingsopening van minstens 3 mm tussen elk contact.
Gebruiksaanwijzing 5.
6 Indienststelling • Druk op de schakelaar om het symbool "I" te laten verschijnen. De werkingsverklikker op het bedieningspaneel gaat branden: de ketel is klaar om te werken. • Open de stopkranen op de aansluitplaat: ze moeten in de stromingsrichting staan. • Open de stop van de ontluchter op de pomp en de automatische ontluchters van de installatie. • Open de blauwe watertoevoerkraan onder de ketel tot u 2 bar afleest op de drukindicator.
70 Gebruiksaanwijzing Beschikbare opvoerhoogte (kPa) tussen vertrek en retour verwarming - Pompkarakteristiek (debiet/druk) THERMOMAX F 24 : 60 50 1 40 2 30 7 20 10 6 3 4 8 5 9 500 1000 1400 Beschikbare opvoerhoogte (kPa) tussen vertrek en retour verwarming - Pompkarakteristiek (debiet/druk) THERMOMAX F 35 E : 70 60 1 50 2 3 40 4 30 8 20 7 9 10 500 6 5 1000 1400 Debiet in het verwarmingscircuit (l/h) Legenda Snelheid III 1 By-pass gesloten 2 1/4 toer open 3 1/2 toer open 4 2
7.2 Toegang tot de technische gegevens van de ketel (enkel voor installateurs en onze "dienst na verkoop") Met behulp van de technische parameters van de ketel is het mogelijk bepaalde regelingen uit te voeren en eventuele storingen te analyseren. Het is bijvoorbeeld mogelijk om het maximumvermogen van de ketel voor de verwarming te regelen op elke waarde tussen de vermogens die zijn opgegeven in de tabel aan het einde van deze handleiding.
Werking van de pomp De twee volgende menu’s vereisen de installaties van een buitensonde Buitensonde : regelkromme COD. 7 Buitensonde : beginpunt van de regelkromme De oorsprong van de regelkrommen kan verplaatst worden door de parameter te laten variëren van -9 tot +10. COD. 8 gedwongen werking van de brander Kies een werkwijze: 0 - normale werking 1 - forceren op min. vermogen Pmin (fabrieksinstelling) 2 - forceren op max. vermogen Pmax. 3 - forceren op Pontsteking COD.
- Tabel met de configuraties van de luchtleidingen voor het toestel THERMOMAX F 24: Code C13 Ø 60/100 C13 Ø 80/125 C33 Ø 60/100 C33 Ø 80/125 C53 - C83 Ø 80/80 0 L < 0.5 L<6 L < 1.5 L < 6.5 L < 20 1 0.5 < L < 1 6
code 12 code code code code code code code code 13 14 15 16 17 18 19 20 Oorzaak Defecte aansluiting van de temperatuuropnemer. Communicatiefout tussen het moederbord en de interfacekaart.. Communicatiefout tussen de interfacekaart en het moederbord. Defect moederbord. Overschrijding max. temperatuur. Defecte motor van het gasmechanisme. Interne elektronische storing. Voedingsspanning < of = 170 V. Defect in de gebruikersinterface. Defecte temperatuuropnemer warm water.
12 Reserve-onderdelen • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Om een duurzame werking van alle organen van het toestel te garanderen en het toestel in goede staat te houden, mogen bij reparatie- en onderhoudswerkzaamheden alleen originele Bulex-reserveonderdelen worden gebruikt. • Vergewis u ervan dat de montage van deze onderdelen correct verloopt en dat ze op dezelfde plaats en in dezelfde richting als de vervangen onderdelen aangebracht worden.
• Sluit de voedingspanning af alvorens te beginnen aan de demontage 11 12 13 14 15 16 Filter-straalbreker Bevestigingsklem (clip) van de drukdetector in de verwarmingskring Drukdetector in de verwarmingskring Bevestigingsschroeven van de warmtewisselaar voor sanitair warm water Warmtewisselaar sanitair warm water Debietdetector Bevestigingsklemmen (clips) van de debietdetector Connector 13.4 Koudwaterfilter • Sluit de algemene koudwaterkraan. 13.
13.7 Filter in de retourleiding van de verwarmingskring 3 4 5 6 Bevestigingsschroef van de condensaatopvangbak Condensaatopvangbak Evacuatieflexibel Verzamelleiding • Maak de soepele afvoerslang (5) onder de condensaatopvangbak los. 1 • Demonteer de voorkant van de waterdichte kamer. • Draai de twee bevestigingschroeven (3) van de condensaatopvangbak (4) los. 2 • Haal de condensaatopvangbak uit de ketel door de slangen (1) te ontkoppelen; zorg ervoor geen vloeistof te morsen.
Eenheid Gascategorie Verwarming Min. nuttig vermogen bij 80°C/60°C Max. nuttig vermogen bij 80°C/60°C Minimum rendement bij onderste verwarmingsvermogen P.C.I. bij 80°C/60°C Max. rendement bij onderste verwarmingsvermogen P.C.I. bij 80°C/60°C Min. nuttig vermogen bij 50°C/30°C Max. nuttig vermogen bij 50°C/30°C Rendement bij onderste verwarmingsvermogen P.C.I.
Eenheid l/min Beschrijving Specifiek debiet (D) (voor een Delta-T van 30°C) Inhoud accumulatievat Debietbegrenzer koud water Veiligheidsventiel maximale bedrijfsdruk Min. voedingsdruk. Aanbevolen voedingsdruk Maximale voedingsdruk F 24 F 35 E Type H Type L Type P Type H Type L Type P 18.5 21 l l/min bar 42 14 16 10 bar bar bar 0.
Gasdebiet bij maximaal verwarmingsvermogen F 24 F 35 E m3/h 3.10 3.62 3 m /h 2.43 3.02 3 m /h mbar mm 0.84 Min. voedingsdruk gas Ø van de brandersproeier Aardgas G 25 (1) Gasdebiet bij maximaal sanitair vermogen m3/h 2.98 Gasdebiet bij maximaal verwarmingsvermogen m3/h 2.34 2.91 Gasdebiet bij minimumvermogen 0.8 1.26 Min.
40 0020024989_03 - 08/09 - Bulex