Operation Manual

33Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
8.5 Controlelijst onderhoud
Controleer in het kader van de inspectie de hier vermel-
de punten en voer, indien nodig, de dienovereenkomstige
onderhoudswerkzaamheden conform het volgende
hoofdstuk uit.
Voor het onderhoud moet u de mantel van de HR-gaske-
tel wegnemen.
• Schroefhiervoordeschroefbovenhetmultifunctione-
le schakelveld eruit.
• Trekdefrontmantelaf.
• Neemindiennodighetdekselendezijdelenweg.
Nr. Handeling Opmerking Gereedschap
1
Waterdruk CV-installatie controleren (toets „-“)
Indien nodig bijvullen (ca. 2,5 bar)
2
Optische controle op lekkages CV-circuit
Werking van de snelontluchter controleren
3
Optische controle veiligheidsklep
juiste veiligheidsklep aanwezig
(drukbereik, installatie), geen stop,
uitloop zichtbaar, afvoertrechter en leiding
aanwezig, geen afsluitmogelijkheid tussen
ketel en veiligheidsklep
4
Condenswatercollector, sifon, verbrandingslucht- en
rookgastraject op vervuiling controleren en dichtheid
controleren. Afdichtingen van de condensbak, de
inspectie
opening en tussen rookgasstomp en
warmtewisselaar
op beschadiging controleren en evt.
vervangen. Controleer elektrodes optisch op de vorming
van afzettingen, vervang deze evt.
Zie:8.5en8.6
5
Toestel inschakelen - testprogramma oproepen
P1 = nominale last, P2 = minimale last
6
CO
2
-meting (gewenste waarde:
aardgas bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO-meting (gewenste waarde < 80 ppm)
Als de waarden niet in dit bereik liggen,
moet vóór de verdere inspectie een
CO
2
-instelling worden uitgevoerd
CO
2
-meter
7
Belastingsmeting
Berekening uit afgelezen gasvolume
Als de belasting met meer dan 15 % onder de nominale
waarde ligt, dan brander reinigen, evt. vervangen. Bij
elke demontage van de brander, branderafdichtingen
vervangen en branderflens met 12 Nm over kruis
vastdraaien
Na de reiniging of de vervanging van de brander is een
verdere meting van de CO
2
-waarde en de belasting
noodzakelijk. Evt. moet de CO
2
-waarde nogmaals
worden ingesteld.
Controleer de gasdichtheid achter de ventilator en
langs de branderafdichting met een gasdetector.
Gasdetector
8
Controle rookgasdrukschakelaar, optische controle
van alle slangen en meetnippels, functiecontrole door
volledige rookgasstuwing met rookgaswaaier of
vergelijkbare middelen
Bij nominale last en volledige stuwing moet de brander
na uiterlijk twee minuten uitgaan, daarna voortdurende
automatische herinschakeling. Er mag geen rookgas via
de sifon in de plaatsingsruimte komen.
9
Sifon en condenswaterafvoer op lekkages controleren
10
Rookgasbuizen op lekkages controleren.
Verbindings- en montagebeugels optisch controleren. Er
drupt geen condenswater uit verbindingspunten, buizen
hebben verval > 3° in richting ketel.
11
Manteldelen weer aanbrengen,
HR-gasketel compleet maken
12
Toestel uit - toestel inschakelen - functie van de
thermostaat controleren (warmwaterbereiding/CV)
controleren
Tabel 8.1 Controlelijst voor inspectie
Onderhoud 8