Operation Manual

a
Attentie!
Schade aan het gasblok!
Het gasblok mag alleen worden gecontroleerd
op lekkages met een maximale druk van 110
mbar. De werkdruk mag niet hoger zijn dan
60 mbar! Als de druk wordt overschreden kan
het gasblok beschadigd raken.
De elektrische installatie mag enkel door een daarvoor
erkende installateur uitgevoerd worden.
e
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Op de voedingsklemmen in de schakelkast van
het toestel staat ook bij uitgeschakelde aan/uit-
schakelaar elektrische spanning. Schakel vóór
werkzaamheden aan het toestel de stroomtoe-
voer uit en beveilig deze tegen opnieuw inscha-
kelen!
Inbedrijfstelling
Verrijk het CV-water niet met antivries- of corrosiewe-
rende middelen! Wanneer er antivries- of corrosieweren-
de middelen aan het CV-water worden toegevoegd kun-
nen veranderingen in de afdichtingen optreden en kun-
nen er geluiden in de CV-functie ontstaan. Hiervoor (en
voor soortgelijke secundaire schade) kan de fabrikant
geen aansprakelijkheid aanvaarden.
• Informeerdegebruikeroverdejuistewijzevanvorst-
beveiliging.
• Neemvoordeconditioneringvanhetvul-ensupple-
tiewater goed nota van de geldende nationale voor-
schriften en technische regels.
Voor zover nationale voorschriften en technische regels
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
• Umoethetverwarmingswaterconditioneren,wanneer
- het totale vul- en suppletiewatervolume tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drie-voudige van
het nominale volume van de CV-installatie over-
schrijdt,
of
- het specifieke verwarmingswatervolume meer dan
20 l/kW nominaal warmtevermogen bedraagt. Bij in-
stallaties met meerdere ketels moet voor deze eisen
het telkens kleinste afzonderlijke nominale warmte-
vermogen worden gebruikt.
of
- wanneer de in de volgende tabel genoemde richt-
waarden niet worden aangehouden.
Nominaal warmtevermogen
in kW
Som
aardalkaliën
mol/m
3
Totale
hardheid °dH
50 bij specifieke waterinhoud
van de warmteopwekker
1)
0,3 l/kW
geen eisen
50 bij specifieke waterinhoud
van de warmteopwekker
1)
< 0,3 l/kW (bijv.
circulatiewaterverwarmer)
3,0 16,8
> 50 200 2,0 11,2
> 200 600 1,5 8,4
> 600 0,02 0,11
1)
Waterinhoud van de warmteopwekker per kW
verwarmingsvermogen
Tabel 3.1 Richtwaarden voor het vul- en suppletiewater
a
Attentie!
Gevaar voor materiële schade door verrijking
van het verwarmingswater met ongeschikte an-
tivries- of corrosiewerende middelen!
Antivries- en corrosiewerende middelen kunnen
leiden tot veranderingen aan afdichtingen, gelui-
den in CV-functie en evt. tot verdere vervolg-
schade.
Gebruik geen ongeschikte antivries- en corro-
siewerende middelen.
Aardgas:
Als de aansluitdruk buiten het bereik van 17 tot 30 mbar
ligt, mag het toestel niet in werking worden gesteld!
9Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Veiligheidsaanwijzingen en normen 3