Operation Manual
23Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00
Nr. Handeling Opmerking Noodzakelijk gereedschap
1 Gasaansluitdruk controleren Gasdruk moet tussen 17 en 30 mbar gelegen zijn U- of digitale manometer
2 Controleren of sifon gevuld is Indien nodig via rookgasmeetnippel vullen
3 Elektrische aansluitlijst controleren Netaansluiting: klemmen L,N, PE
Thermostaat klemmen: „Bus“, /7-8-9 of 3-4
4 Toestel inschakelen, displayweergave
actief
Anders zekeringen controleren
6 Schoorsteenvegerfunctie activeren
Toetsen„+“en„-“tegelijkertijdindrukken
7 Gehele gastraject op lekkages
controleren
Lekzoekspray of gasdetector
(Met name voor controle van de
branderafdichtingen op gasdichtheid wordt een
gasdetector aangeraden. Evt. branderafdichting
met 12 Nm vaster draaien.)
Gasdetector
8 Schoorsteentrekmeting uitvoeren De maximale trek mag niet hoger zijn dan 20
mbar.
Als de trek te groot is, moet de schoorsteentrek
door geschikte maatregelen worden begrensd.
Meettoestel voor schoorsteentrek
9 CO
2
-meting Gewenste waarde aardgas:
bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO
2
-meter
10 Indien CO
2
niet binnen tolerantie: CO
2
instellen, zie hoofdstuk 6.5.3
11 Na gasinstelling schoorsteenveger-
schakeling en hernieuwde CO
2
-meting
Gewenste waarde aardgas:
bij nominale last: 9,3 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
bij minimale last: 9,0 Vol.-% (±0,2 Vol.-%)
CO
2
-meter
12 CO-meting (gewenste waarde < 80 ppm) CO-meter
13 Condensbak, sifon en
condenswaterafvoer op lekkages
controleren
Visuele controle of extra met CO-meters de
afdichtplekken nagaan.
14 HR-gasketel uitschakelen en opnieuw
inschakelen
Veilig verlaten van de test-modus en reset
15 CV-thermostaat met klant programmeren
en functie proceswater/CV controleren
Gebruiksaanwijzing van de thermostaat aan
klant overhandigen
Tabel 6.1 Controlelijst voor inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling 6