Operation Manual

114 Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Inbouwapparatuur
9
Veiligheids-/aftapventiel De boiler is uitgerust met een veiligheids-/aftapventiel (Afb. 116). Het veilig-
heids-/aftapventiel voorkomt, dat het water in de boiler bevriest als bij vorst de
verwarming niet is ingeschakeld.
Inbouwplaats Zie hoofdstuk 16.
Variant: Boiler met
gasgebruik
De boiler werkt alleen op gas.
Wintergebruik Bij wintergebruik is in de schakelaarstand "Verwarming en boiler" de boiler
reeds uitgeschakeld.
Zomergebruik Bij zomergebruik kan het water tot 40 °C of 60 °C worden verwarmd.
Inschakelen:
De hoofdafsluitkraan op de gasfles en de gasafsluitkraan "Verwarming/
Boiler" openen.
Op het bedieningspaneel (Afb. 115) de draaischakelaar (Afb. 115,2) op
"Zomergebruik" (Afb. 115,1) zetten.
Het gele controlelicht (Afb. 115,5) licht op tijdens de opwarmfase. Bij het
bereiken van de ingestelde watertemperatuur is de opwarmfase beëindigd en
het gele controlelicht gaat uit.
Uitschakelen:
Op het bedieningspaneel (Afb. 115) de draaischakelaar (Afb. 115,2) op
" " zetten.
Gasafsluitkraan "Verwarming/boiler" en hoofdafsluitkraan op de gasfles
sluiten.
Z Veiligheids-/aftapventiel openen en de boiler leegmaken, als het voertuig
langere tijd niet wordt gebruikt.
Z Bij temperaturen onder 2 °C gaat het veiligheids-/aftapventiel automatisch
open. Pas wanneer de temperatuur bij het veiligheids-/aftapventiel boven
6 °C ligt, kan het veiligheids-/aftapventiel weer afgesloten worden.
Z De waterpomp en de waterarmaturen zijn niet tegen vorst beschermd door
het veiligheids-/aftapventiel.
Z De aftapaansluiting van het veiligheids-/aftapventiel moet altijd vrij van ver-
ontreiningen (bijv. bladeren, ijs) zijn.
Afb. 116 Veiligheids-/aftapventiel van
de boiler