Operation Manual

139Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Verzorging
11
11Verzorgi ng
Hoofdstukoverzicht
In dit hoofdstuk staan instructies voor de verzorging van het voertuig.
De instructies hebben betrekking op:
z de buitenkant van het voertuig
z het interieur
z de waterinstallatie
z de afzuigkap
z de klimaatregeling
z het wintergebruik
Aan het eind van het hoofdstuk vindt u checklists met maatregelen, die u moet
uitvoeren als u het voertuig lange tijd niet gebruikt.
De checklists hebben betrekking op:
z de tijdelijke stilstand
z de stilstand in de winter
z de ingebruikname na een stilstand
11.1 Uitwendige verzorging
11.1.1 Algemeen
De normale uitwendige verzorging bestaat uit regelmatig wassen. Daarbij
hangt het van de gebruiks- en omgevingsvoorwaarden af, hoe vaak het voer-
tuig moet worden gewassen. In gebieden met een sterke luchtvervuiling of
wanneer er over wegen wordt gereden, die met strooizout zijn behandeld, het
voertuig vaker wassen. Ook wanneer het voertuig is blootgesteld aan
zouthoudende en vochtige lucht (kustgebieden, vochtigwarm klimaat), het
voertuig vaker wassen.
Indien mogelijk niet onder bomen parkeren. De harsachtige uitscheidingen die
van veel bomen naar beneden druppen, zorgen ervoor dat de lak er mat gaat
uitzien en stimuleren ook het mogelijke corrosieproces.
Uitwerpselen van vogels meteen en grondig afwassen, aangezien deze bij-
zonder bijtend werken.
11.1.2 Wassen met hogedrukreiniger
Alvorens het voertuig te wassen met een hogedrukreiniger, de gebruiksaan-
wijzing van de hogedrukreiniger in acht nemen.
Bij het wassen met de rondstraalbuis tussen het voertuig en de reinigingsbuis
een minimum afstand van ca. 700 mm in acht nemen.
Houd er rekening mee, dat de waterstraal met kracht uit de reinigingsbuis
komt. Door verkeerd gebruik van de hogedrukreiniger kunnen er beschadi-
gingen aan het voertuig ontstaan. De watertemperatuur mag 60 °C niet over-
schrijden. De waterstraal tijdens het hele wasproces blijven bewegen. De
waterstraal niet direct op deurspleten, elektrische aanbouwonderdelen, stek-
kerverbindingen, dichtingen, het ventilatierooster of de dakluiken richten. Het
voertuig kan beschadigd worden of er kan water in het interieur binnendringen.
Z Banden niet reinigen met hogedrukreiniger. De banden kunnen bescha-
digd worden.
Z Buitentoepassingen (decoratiefolies) niet direct met de hogedrukreiniger
besproeien. De buitentoepassingen kunnen loskomen.