Operation Manual

26 Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Voor het rijden
3
3.9 Aanbouwonderdelen vergrendelen
Bed vastzetten: Als het bed naar de zijkant is geklapt, het bed met de veiligheidsriem
(Afb. 7,1) bevestigen.
3.10 Sneeuwkettingen
Alleen de juiste sneeuwkettingen gebruiken:
Het gebruik van sneeuwkettingen is onderworpen aan de bepalingen van de
afzonderlijke landen.
z Sneeuwkettingen altijd rond de aandrijfwielen aanbrengen.
z De spanning van de sneeuwkettingen controleren na enige meters te
hebben gereden.
X Bij een ongeval of noodstop kunnen de losse aanbouwonderdelen de
inzittenden van het voertuig verwonden. Voor de rit losse aanbouwon-
derdelen in de daarvoor bestemde houders vergrendelen of op een vei-
lige plek in het voertuig opbergen.
Z Niet vergrendelde luiken en deuren kunnen tijdens het rijden openklappen
en onderdelen van de binneninrichting beschadigen. Voor de rit alle luiken
en deuren vergrendelen.
Afb. 7 Bed, naar de zijkant geklapt
Z Sneeuwkettingen alleen monteren, als de afstand tussen banden en voer-
tuigcarrosserie ten minste 50 mm bedraagt.
Z Banden, wielophanging en besturing zijn blootgesteld aan een bijkomende
belasting, als er sneeuwkettingen zijn gemonteerd. Met sneeuwkettingen
langzaam (maximaal 50 km/u) en alleen over straten rijden die volledig met
sneeuw zijn bedekt. Het voertuig kan anders beschadigd worden.
Z Montagevoorschrift van de producent van de sneeuwkettingen in acht
nemen.
Z Geen sneeuwkettingen op aluminiumvelgen aanbrengen.
Bandenmaat Maat sneeuwkettingen
215/70 R 15 C 230
225/27 R 16 C 245