Operation Manual

59Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Wonen
6
Om het uitzetbaar raam in de stand "continue ventilatie" te brengen:
De vergrendelingshendel (Afb. 49,3) een kwartslag naar het midden van
het raam draaien.
Uitzetbaar raam licht naar buiten duwen.
De vergrendelingshendel weer terugdraaien. De vergrendelingsneus
(Afb. 49,2) daarbij in de uitsparing van de raamvergrendeling (Afb. 49,1)
schuiven.
Het uitzetbare raam mag tijdens de rit niet in de stand "continue ventilatie"
staan.
Bij regen kan er spatwater in de woonruimte binnendringen, als het uitzetbare
raam in de stand "continue ventilatie" staat. Daarom de uitzetbare ramen vol-
ledig sluiten.
6.10.2 Uitzetbaar raam met automatische uitzetters
Openen: De vergrendelingshendel (Afb. 50,3) een kwartslag naar het midden van
het raam draaien.
Uitzetbaar raam tot de gewenste vergrendelstand openen. De automati-
sche uitzetter (Afb. 51,1) vergrendelt automatisch.
Het uitzetbaar raam blijft vergrendeld in de gewenste stand.
Sluiten:
Uitzetbaar raam zover uitzetten, tot de vergrendeling is opgeheven.
Het uitzetbaar raam sluiten.
De vergrendelingshendel (Afb. 50,3) een kwartslag naar het raamkozijn
draaien. De vergrendelingsneus (Afb. 50,2) ligt aan de binnenzijde van de
raamvergrendeling (Afb. 50,1).
Z Het raam helemaal openen om de vergrendeling op te heffen. Als de ver-
grendeling niet opgeheven en het raam toch gesloten wordt, kan het raam
wegens de grote tegendruk breken.
Z Bij het openzetten van de uitzetbare ramen erop letten dat er geen vervor-
mingen optreden. Uitzetbare ramen gelijkmatig openen en sluiten.
Afb. 50 Vergrendelingshendel in stand
"gesloten"
Afb. 51 Uitzetbaar raam met automati-
sche uitzetters, geopend