Operation Manual

63Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Wonen
6
6.11 Dakluiken
Afhankelijk van het model zijn in het voertuig dakluiken met of zonder kunst-
matige ventilatie ingebouwd. Als er een dakluik zonder kunstmatige ventilatie
is ingebouwd, vindt de ventilatie plaats met de paddestoeldakventilatoren.
6.11.1 Heki-dakluik (mini en midi) (gedeeltelijk speciale uitvoering)
Het Heki-dakluik wordt aan één kant omhoog gezet.
X De ventilatieopeningen van de kunstmatige ventilatie altijd open
houden. Kunstmatige ventilatieopeningen nooit afdekken, bijv. met een
wintermat, of dichtzetten. Kunstmatige ventilatieopeningen vrijhouden
van sneeuw en bladeren.
Z De dakluiken zijn uitgerust met verduisteringsrollo of vouwverduistering en
met rolhor of vouwbare hor. Verduisteringsrollo en rolhor springen na het
losmaken van de vergrendeling door trekkracht automatisch terug in de uit-
gangspositie. Om het trekmechanisme niet te beschadigen het verduiste-
ringsrollo of rolhor vasthouden en langzaam in de uitgangspositie
terugbrengen. De vouwverduistering en de vouwbare hor bestaan uit dun
weefsel. Om de vouwverduistering of de hor niet te beschadigen, de vouw-
verduistering of de hor voorzichtig aan de greep in de uitgangspositie
terugbrengen.
Z Rolgordijnen niet gedurende langere tijd gesloten houden, anders kan er
materiaalvermoeidheid optreden.
Z Als het verduisteringsrollo resp. de vouwverduistering helemaal is
gesloten, kan er bij sterke zonnestraling warmteophoping tussen het ver-
duisteringsrollo/de vouwverduistering en het dakluik optreden. Het dakluik
kan beschadigd worden. Daarom bij sterke zonnestraling het verduiste-
ringsrollo/de vouwverduistering maar voor 2/3 sluiten. Het dakluik iets
openen of in ventilatiestand brengen.
Z Al naargelang het weer de dakluiken zo ver sluiten, dat er geen vocht kan
binnendringen.
Z Niet op de dakluiken gaan staan.
Z Voor het begin van de rit de dakluiken sluiten.
Z Voor het begin van de rit de vergrendeling van de dakluiken controleren.
Z Bij het verlaten van het voertuig altijd de dakluiken sluiten.
Afb. 58 Vergrendelingsknop aan het
Heki-dakluik
Afb. 59 Heki-dakluik, geleiding