Operation Manual

90 Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Elektrische installatie
8
Bij het indicatie-instrument V/tank (Afb. 87,2) letten op de bovenste schaalver-
deling. Het indicatie-instrument wordt automatisch verlicht, zodra een schake-
laar wordt ingedrukt.
Indicaties:
Schakelaar (Afb. 87,11) indrukken " ": De accuspanning van de star-
taccu wordt getoond.
Schakelaar (Afb. 87,10) indrukken " ": De accuspanning van de woon-
ruimteaccu wordt getoond.
De volgende tabellen helpen u de op paneel IT 96 getoonde accuspanning
van de woonruimteaccu juist te interpreteren.
Accuspanning
(waarden bij lo-
pende werking)
Rijden
(voertuig rijdt,
geen 230-V-aan-
sluiting)
Accugebruik
(voertuig staat
stil, geen 230-V-
aansluiting)
Netgebruik
(voertuig staat
stil, 230-V-aan-
sluiting)
Diepontlading dreigt
(accu-alarm)
11 V of minder
1)
1)
Accubewaking schakelt alle verbruikers uit (bij 10,5 V).
12-V-boordnet
overbelast
Indien verbrui-
kers uitgescha-
keld: Accu leeg
Indien verbrui-
kers ingescha-
keld: Accu
overbelast
12-V-boordnet
overbelast
Accu wordt door
de dynamo niet
geladen, regelaar
van de dynamo
defect
Accu wordt door
het elektroblok
niet geladen, elek-
troblok defect
11,5 V tot 13,2 V 12-V-boordnet
overbelast
2)
2)
Indien de spanning dit bereik meerdere uren niet overschrijdt.
Normaal bereik 12-V-boordnet
overbelast
2)
Accu wordt door
de dynamo niet
geladen, regelaar
van de dynamo
defect
Accu wordt door
het elektroblok
niet geladen, elek-
troblok defect
13,3 V tot 13,7 V Accu wordt gela-
den (hoofdlading)
Treedt slechts
kortdurend na het
laden op
Accu wordt gela-
den (hoofdlading)
13,8 V tot 14,4 V Accu wordt gela-
den (druppella-
ding)
Accu wordt gela-
den (druppella-
ding)
Meer dan 14,5 V Accu wordt over-
laden, regelaar
van de dynamo
defect
Accu wordt over-
laden, elektroblok
defect
Waarden voor rustspanning Laadtoestand van de accu
Minder dan 11 V Diepontladen
12,0 V 0 %
12,2 V 25 %
12,3 V 50 %
12,5 V 75 %
Meer dan 12,8 V 100 %