Operation Manual

92 Brevio - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223854 - BUE-0073-00NL
Elektrische installatie
8
8.5.5 12-V-controlelicht
Het 12-V-controlelicht (Afb. 87,8) licht op, als de hoofdschakelaar 12 V
(Afb. 87,9) is ingeschakeld.
8.5.6 230-V-controlelicht
Het gele 230-V-controlelicht (Afb. 87,3) licht op, als aan de ingang van het
elektroblok netspanning aanwezig is.
8.6 Zonnepanelen (speciale uitvoering)
De zonnepanelen dienen voor milieuvriendelijke en net-onafhankelijke span-
ningsvoeding. Zij zetten energie uit de zoninstraling om in elektrische span-
ning. De zonnepanelen leveren stroom, waarmee de accu extra kan worden
geladen en de verbruikers kunnen worden verzorgd.
In de zonneregelaar is een beveiliging tegen overlading en een keerstroom-
blokkering geïntegreerd. De laadstroom wordt automatisch gereduceerd of de
zonnecollectors (zonnecelmodule) worden bij niet toereikende zonne-energie
(bijv. 's nachts) uitgeschakeld.
Zonnepanelen 100 W Twee LED's (Afb. 88,1 en 2) geven middels hun helderheid de actuele bedrijf-
stoestand aan. Hoe voller de accu is, hoe feller de LED "100 % " (Afb. 88,1)
brandt en hoe zwakker de LED "20 % " (Afb. 88,2) brandt.
Z Verdere informatie ontlenen aan de aparte gebruiksaanwijzing van de
fabrikant.
Z De zonnecollectors (zonnecelmodule) beschermen tegen mechanische
belasting.
Z De zonnepanelen leveren bij maximale zoninstraling de hoogste stroom.
Z Zorg ervoor dat de zonnecollectors (zonnecelmodule) direct zonlicht
kunnen ontvangen.
Z Onder bomen en bruggen is de zoninstraling geringer dan op een open
plek.
Z Dekzeilen belemmeren de zoninstraling.
Z Collectoroppervlakken altijd vrijhouden van vuil.
Z Neem ook de gebruiksaanwijzing van de fabrikant in acht.
Afb. 88 Zonneregelaar 100 W