Operation Manual

26 I-Modell - 12/13 - Ausgabe 07/12 - 2223852 - BUE-0051-06NL
Voor het rijden
3
Dak opgaan (ladder achter): Het onderste deel van de ladder (Afb. 1,1) in het deel van de ladder
(Afb. 1,2) hangen dat aan de achterkant is bevestigd en op de bodem neer-
zetten.
De ladder voorzichtig opgaan.
Dak opgaan
(telescoopladder):
Telescoopladder (speciale uitvoering) voorzichtig tegen de wand van het
voertuig zetten.
Ladder voorzichtig opgaan.
3.3.5 Garage/opbergruimte achter
Z Voor het betreden van het dak, het te betreden gedeelte ruim afdekken.
Hiervoor zijn materialen geschikt met een glad of zacht oppervlak, zoals
een dikke piepschuim-plaat.
Z Daklasten veilig met spanriemen vastbinden. Geen rubberen expander
gebruiken.
Z Rekening houden met de totale hoogte van het voertuig bij beladen dak-
drager.
Z In de bestuurderscabine goed zichtbaar een notitie met de totale hoogte
aanbrengen. Bij bruggen en doorgangen hoeft dan niet meer gerekend te
worden.
Afb. 1 Ladder, achter
X Opbergruimten en garages achter mogen niet als slaapplaatsen of als
onderkomen voor personen of dieren gebruikt worden. Deze ruimten
worden niet automatisch geventileerd. Er bestaat verstikkingsgevaar
door te weinig zuurstof en afvoerlucht van de verwarming.
X Bij het beladen van de garage/opbergruimte achter moet men rekening
houden met de toelaatbare asbelastingen en de technisch toegelaten
totale massa.
X De maximaal toegelaten belasting van de garage/opbergruimte achter
bedraagt 200 kg. De toegestane achterasbelasting niet overschrijden.
X In acht nemen: Als de garage achter of (afhankelijk van het model) de
opbergruimte achter maximaal belast wordt, dan wordt door de hef-
boomwerking de vooras ontlast. De rij-eigenschappen worden slechter.