Gebruiksaanwijzing DINr-railmodule “GX155” Bestelnr.
Inhoudsopgave 1. Pagina Inleiding................................................................................................................................................................4 2. Verklaring van symbolen.......................................................................................................................................4 3. Voorgeschreven gebruik............................................................................................................................
Pagina f) Overige functies............................................................................................................................................34 1. Newsletter-functie (SMSNEWS)...............................................................................................................34 2. Doorschakelen (SMSFORWARD)............................................................................................................35 3. INCALL-functie activeren (CALLINCALL)..................
1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften. Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft. Bewaar deze gebruiksaanwijzing om haar achteraf te raadplegen! Alle vermelde bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de respectievelijke eigenaren.
3. Voorgeschreven gebruik Dit product is hoofdzakelijk voorzien voor privaat en industrieel gebruik en gebruik door verenigingen. Het product wordt op een DIN-rail gemonteerd in overeenstemming met DIN EN 50022 (DIN-RAIL). De stroomtoevoer gebeurt door een vaste bekabeling aan het stroomnet (230 V/AC, 50 Hz) met overeenkomstige beveiliging (zie technische gegevens). Een overeenkomstig netdeel is reeds in het product ingebouwd. De installatie dient te worden uitgevoerd door een deskundige.
5. Veiligheidsaanwijzingen Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door; deze bevat belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik. De installatie van het product in uw elektrische installatie mag uitsluitend door een overeenkomstige vakman worden uitgevoerd. Bij onoordeelkundige werkzaamheden op de netspanning bestaat levensgevaar door elektrische schokken! Bij beschadigingen veroorzaakt door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing vervalt ieder recht op garantie.
• Werk met het product niet in ruimten of onder ongunstige omgevingsomstandigheden waarin/waarbij brandbare gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn. Er bestaat explosiegevaar! • Om veiligheids- en keuringsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het systeem niet toegestaan. • In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
6. Algemene instructies Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de functies en bediening op het moment van de druk (zie datum rechtsboven op de eerste pagina). Wijzigingen die dienen om het product te verbeteren, kunnen op elk moment door Conrad worden uitgevoerd. De meest actuele gebruiksaanwijzing is steeds beschikbaar op de bijhorende productpagina op www. conrad.com. Het product beschikt over een updatefunctie. Gebruik de updatefunctie wanneer u op de bijhorende productpagina op www.conrad.
b) Overzicht behuizing In de volgende hoofdstukken wordt het product stap voor stap verklaard. Lees voor gebruik deze gebruiksaanwijzing met de veiligheidsvoorschriften geheel en zorgvuldig door om een juiste ingebruikneming te kunnen garanderen.
1. Bedrijfsspanning De GX155 beschikt over een ingebouwd netdeel voor 230 V/AC. De aanbinding gebeurt via schroefklemmen. Het gebruik van adereindhulzen wordt voorgeschreven. Het product moet extern worden beveiligd (zie technische gegevens) 2. IN1 tot IN3: 230 V-schakelingangen De schakelingangen IN1 tot IN3 zijn direct voor 230 V ontworpen en moeten de status van de stroomtoevoer van onderverdelingen en schakelbare verbruikers detecteren.
8. LED’s De meeste LED’s, zoals IN1 tot IN5, OUT1 tot OUT3 en RX/TX lichten automatisch op in overeenstemming met de actuele status van in-/uitgang. De GSM-LED wordt door de GSM-module automatisch gestuurd en heeft de volgende toestanden: • uit: GSM is uitgeschakeld • licht op: zoeken naar GSM-net, niet verbonden • knippert elke 3 seconden: GSM-net gevonden en succesvol ingelogd • knippert elke seconde: een oproep wordt behandeld (in- en uitgaand), vb.
c) Gebruiksvoorschriften • Er bestaat geen voorgeschreven montagestand. • Bij gebruik van de USB-bus moet worden opgelet dat er voldoende kabellengte aanwezig is. Zijdelingse krachten op de verbonden stekker kunnen de bussen van de platine kantelen en zo tot onherstelbare schade leiden. Verlies van garantie/waarborg! • Om de functie van het apparaat te garanderen, moet een gebruiksplaats worden gekozen waar de ontvangst van een GSM-net zo goed mogelijk is.
7.
b) SIM-kaart plaatsen De SIM-kaart met het PIN-nummer “1513” moet in de daarvoor voorziene SIM-kaarthouden worden gestoken. Voor de eerste configuratie kan de module via de USB-bus worden verzorgd. Let op dat niet alle GSMfuncties via USB beschikbaar zijn. Na het aansluiten van de stroomtoevoer start de module automatisch. Na het plaatsen van de SIM-kaart licht de GSMLED permanent op (netwerk zoeken) en na een paar seconden moet de GSM-LED beginnen te knipperen (netwerk gevonden, apparaat bedrijfsklaar).
8. Configuratie via SMS Om de volledige functieomvang van het product te verkrijgen, moet dit eerst worden geconfigureerd. De gehele configuratie kan met behulp van eenvoudige SMS-bevelen gebeuren, die vanaf een mobiele telefoon naar het product (naar het oproepnummer van de SIM-kaart van het product) worden verzonden. Deze methode maakt het mogelijk het apparaat vanaf een willekeurige plaats te activeren, deactiveren of de instellingen te veranderen.
ACTIE: Daarmee kan het volgende worden bepaald: SET = inschakelen / activeren / configureren RESET = uitschakelen / deactiveren / defaultinstellingen TEST = testen / controleren / opvragen FUNCTIE: Hiermee wordt de functie geselecteerd die men wil veranderen of uitvoeren: TEL = Telefoonboekinvoer aanmaken NAME = naam van het apparaat INCALL1 = configuratie INCALL functie (gratis schakelen) PARAMETER: Niet bij elke functie en actie zijn parameters nodig.
9. Bedrijfsmodus en bijzondere bevelen De alarmmodus: De belangrijkste bedrijfsmodus is de alarmmodus. Alleen wanneer deze geactiveerd is (modus “ALARM ENABLE”, zal de GSM-module zelfstandig acties uitvoeren, zoals het versturen van SMS of het schakelen van de uitgangen. Wanneer de alarmmodus gedeactiveerd is (“ALARM DISABLE”) reageert het product alleen nog op acties door de klant (SMS-bevel, etc...).
Statusweergave: Het STATUS-bevel dient om onmiddellijk een overzicht over alle belangrijke toestanden, instellen en modi te verkrijgen. In het antwoord is alle belangrijke informatie samengevat. Daarom wijkt ook dit bevel van het algemene bevelsformaat af. STATUS #1513 Een voorbeeld voor een antwoord wordt hieronder weergegeven (afwijkingen naargelang de firmwareversie mogelijk). Antwoord: GX155 1.
10. Functiebeschrijvingen In de volgende voorbeelden wordt vooropgesteld, dat de PIN van de in het apparaat gebruikte SIM-kaart “1513” is. a) Algemene configuratiebevelen In dit subhoofdstuk worden alle algemene configuratiebevelen beschreven. 1. Wijzigen van de PIN-code (PIN) Ter beveiliging van het product tegen toegang door onbevoegden moet de standaard-PIN “1513” in een willekeurig ander getal worden omgezet.
3. Namen voor in- en uitgangen Aan elke schakelingang (IN1 tot IN5) en elk relais (OUT1 tot OUT3) kan een eigen naam worden gegeven. De namen worden hoofdzakelijk bij alarmmeldingen gebruikt, maar kunnen ook later worden gebruikt om het correcte relais, dat moet worden geschakeld, te bepalen. De namen hebben over het algemeen geen invloed op de bevelen. Het schakelen van OUT1 wordt verder met SET OUT1 # uitgevoerd.
5. Tijd instellen (TIME) Voor speciale functies is de huidige tijd nodig. De tijd wordt met de volgende waarde ingesteld: SET TIME - #1513 hh: 00 - 23 (uur) mm: 00 - 59 (minuten) DD: 01 - 31 (dag) MM: 01 - 12 (maand) YY: 00 - 95 (jaar) Met TEST wordt de huidige instelling weergegeven. De klok beschikt over een kleine interne hulpbatterij. Ze wordt wel opgeladen, maar dient alleen voor kortstondige overbruggingen.
1. Beheer telefoonboek (TEL, TELALL) Het telefoonboek: Het telefoonboek wordt door het product zelf beheerd. Dit betekent dat bij een nieuw telefoonnummer, de module zelfstandig de geheugenplaats selecteert. Bovendien wordt elke keer dat een telefoonnummer wordt gewist, het geheugen gereorganiseerd zodat er geen lege geheugenplaatsen bestaan. Opdat de klant verder het overzicht behoudt, kan bij elk nummer een naam worden bewaard.
Om nadien de naam, het nummer of de groepentoewijzing te wijzigen, zendt u vb. de volgende bevelen: SET TELNAME #1513 SET TELNR #1513 SET TELGRP #1513 Nr: het geheugenplaatsnummer Naam: nieuwe naam, max. 10 tekens, zonder spaties TelNr: telefoonnummer in internationaal formaat (zie hieronder) nieuwe GRP: de groepsnaam G1 tot G5. Het opslaan van hetzelfde telefoonnummer met dezelfde groep wordt niet verhinderd.
Om te weten welk telefoonnummer zich op een bepaalde geheugenplaats bevindt: TEST TEL 11 #1513 In geval een lege geheugenplaats werd geselecteerd, komt terug: GX155 1.00 Tel11 Naam: Tel11 Nr: Tel11 Group: G1 Om te weten op welke geheugenplaats een telefoonnummer werd opgeslagen en welke groepen daarbij horen: TEST TELNUMBER +4915112233.. #1513 Een mogelijk antwoord kan zijn: GX155 1.00 TelNr: +4915112233..
2. Groepenbeheer (G1, G2, G3, G4, G5) Voor een beter beheer van veel telefoonnummers werd groepenbeheer ingevoerd. Aan de groepen werden de rechten aan bepaalde acties en/of de ontvangst van bepaalde informatie gegeven. In de firmwareversie op het moment van de druk zijn er 5 groepen beschikbaar, waarbij de eerste groep G1 automatisch als “Default” voor nieuwe nummers wordt gebruikt. Aan elke groep kunnen verschillende kwalificaties worden meegedeeld en opnieuw worden genomen.
Om de groepenconfiguratie in te stellen, is dit bevel nodig: SET #1513 Voorbeelden: SET G1 ALARMSMS #1513 SET G2 INCALL1 #1513 SET G3 INCALL2 ALARMSMS INCALL3 NEWS #1513 SET G4 NEWS SMSFORWARD #1513 SET G5 SMSFORWARD #1513 Hetzelfde geldt om een kwalificatie te herstellen. Daarvoor moet RESET worden aangesteld. Alle kwalificaties die dan worden aangegeven, worden uitgeschakeld.
c) Schakelingangen 230 V en 32 V Alle schakelingangen zijn door optische koppelaars veilig van aanraakbare bereiken van de GSM-platine gescheiden. De scheiding tussen de 230 V-schakelingangen en de interne lage veiligheidsspanning is voor overspanningscategorie III en vervuilingsgraad 2 in overeenstemming met EN 60664-1 geschikt. Wanneer u de genoemde voorwaarden in aanmerking neemt, is het gebruik in industriële installaties mogelijk.
1. Configuratie van de schakelingangen (IN1, IN2, IN3, IN4, IN5) De schakelingangen zijn aanwezig om een fout gedrag te bepalen. In het eenvoudigste geval kan vb. het inschakelen (Low -> High = LH), het uitschakelen (High -> Low = HL) of het toggelen (Low -> High -> Low = LHL) worden herkend en een alarmering gebeuren. Via de basisinstelling is een alarmering via de schakelingang uitgeschakeld.
2. Configuratie onderhoudstimer/-counter (TIME, COUNT) Anders kan de ingang ook gebruikt worden om bedrijfsuren en activeringsaantallen mee te tellen. Daarbij moet op het volgende worden gelet: • Beide varianten krijgen via SMS een startwaarde voorgegeven en dan wordt er afgeteld. Bij “0” gebeurt de alarmering. • Alleen schakeltijden van meer dan 3 seconden worden zeker herkend. • Elke flank (L -> H, H -> L) wordt geteld.
d) Relaisuitgangen Alle relaisschakelcontacten zijn veilig van aanraakbare bereiken van de GSM-platine gescheiden. De scheiding t.o.v. de interne lage veiligheidsspanning is geschikt voor overspanningscategorie III en vervuilingsgraad 2 in overeenstemming met EN 60664-1. Wanneer u de genoemde voorwaarden in aanmerking neemt, is het gebruik in industriële installaties mogelijk. De relaisschakelcontacten onder elkaar beschikken echter slechts over een functionele scheiding.
2. Schakelen bij oproep (INCALL1, INCALL2, INCALL3) De INCALL-functie wordt gebruikt om mogelijk te maken dat bepaalde personen (telefoonboek, groepenrechten) relais schakelen zonder daarbij kosten te veroorzaken of het PIN-nummer te moeten prijsgeven. Bij een oproep wordt het inkomende telefoonnummer (door de GSM-provider overgemaakt en normaal gezien in internationaal formaat) met de nummers uit het telefoonboek vergeleken. Wanneer het nummer onbekend is, wordt de oproep onmiddellijk afgewezen.
3. Schakelen bij alarm (ALARM) Dit is een functie m.b.t. de alarmmodus. In geval van een alarm (bijvoorbeeld IN1 werd geschakeld) wordt met dit bevel bepaald, wat bijkomend bij een ALARM-SMS en EMAIL moet worden gedaan. Bij dit product kunnen de relais voor het automatisch schakelen worden gedefinieerd.
e) Overige sensoren Het product beschikt bovendien nog over bijkomende sensoren die voor de alarmering kunnen worden gebruikt. 1. Interne temperatuurmeting (TEMP) Het product beschikt intern op de GSM-platine over een temperatuursensor die men kan gebruiken voor het alarmeren van verdachte temperaturen kan gebruiken (bijvoorbeeld kleiner dan 0 °C of hoger dan +40 °C). Daarbij wordt echter de eigen temperatuur gemeten, niet de omgevingstemperatuur. Het bevel voor de configuratie luidt: SET TEMP
f) Overige functies Dit product beschikt over een reeks overige functies inzake communicatie. Alle functies die nog via SMS en oproep kunnen worden uitgevoerd of geactiveerd en totnogtoe niet werden beschreven, bevinden zich in dit hoofdstuk. 1. Newsletter-functie (SMSNEWS) Dit product werd ook voor verenigingen en groepen ontwikkeld. Deze functie werd geïntegreerd om de leden over nieuwtjes op de hoogte te houden. Een Newsletter-bericht aan het product wordt naar alle groepsleden doorgestuurd.
2. Doorschakelen (SMSFORWARD) Veel klanten hebben de voorgangerproducten van de “GX155” meestal met pre-paidkaarten gebruikt. Echter moet daarvoor altijd een automatische oplading worden ingesteld, wat voor veel klanten te onveilig was (kostenbescherming). Bovendien kan het gebeuren dat personen geen verdere alarmberichten meer willen ontvangen, maar de mogelijkheid niet hebben om contact op te nemen met de eigenaar van het product. Beide problemen werden nu met de doorschakelfunctie verholpen.
4. SMS-bevel verzenden (OUTSMS) Om bij een alarm een actie bij een ander product te activeren, kan ook een SMS automatisch worden verstuurd. De SMS-inhoud is op de normale grootte van een GX-productbevel gedimensioneerd. Het bevel daarvoor luidt: SET OUTSMS #1513 TelNr: Nummer van een ander GSM-product. Tekst: De SMS inhoud inclusief spatie. Max. lengte: 59 tekens.
2. Tijd tussen relaisomschakeling (RELAYTIME) Aangezien met dit product waarschijnlijk complexe verbruikers worden geschakeld, kan een te snel in- en opnieuw uitschakelen tot schade leiden. Daarom kan men de tijd tussen twee toestandswissels van een relais definiëren: SET RELAYTIME #1513 Tijd: 1 - 30 seconden, fabrieksinstelling = 5 seconden Tijdens dit tijdsvenster worden alle schakelbevelen verworpen. Alleen de BLOCK-modus krijgt een hogere prioriteit.
h) Reset Om een reset uit te voeren, moet de STOP-knop op de voorzijde van het apparaat worden ingedrukt gehouden tot de rode LED begint te knipperen. De LED knippert zo lang tot de knop wordt losgelaten. i) Fabrieksinstellingen Om de fabrieksinstellingen (“Factory-reset”) op alle instellingen te herstellen, moet eerst de knop STOP worden ingedrukt gehouden. Na een paar seconden begint de rode LED snel te knipperen. Na het loslaten wordt een reset uitgevoerd.
11. RS485-interface De RS485-interface dient voor de afstandsbediening en de uitbreiding van het product. Uitsluitend officieel als accessoire vrijgegeven producten zijn in de garantie en waarborg inbegrepen. Deze producten bevinden zich op de productpagina op www.conrad.com in de accessoirelijst. Andere apparaten mogen niet aan de interface worden aangesloten! 12. Onderhoud Controleer regelmatig de technische veiligheid van het systeem, bijvoorbeeld op beschadiging van de aansluitkabels en de sensoren.
15. Technische gegevens Montage ������������������������������������������������������������DIN-RAIL, 35 mm Bedrijfsspanning ����������������������������������������������100 - 240 V/AC, 50/60 Hz Stroomopname ������������������������������������������������Max.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2018 by Conrad Electronic SE.