Operation Manual
NL
Opzetsuk
Beheersing
Knop
Inspuitstuk
GB
Fig. 1
Fig. 3
Fig. 2
Fig. 4
Gasslang
Kraan
2. ALGEMEEN
Dit toestel voldoet aan de eisen van BS EN 484: 1998 en SANS 1539: 2003.
Dit toestel dient alleen gebruikt te worden met een goedgekeurde gasslang en drukregelaar.
Gas toestellen vereisen ventilatie voor een efficiente werking en om de veiligheid te garanderen van de gberuikers en andere personen in de
nabijheid.
3. VEILIGHEID INFORMATIE
Gasslang
Gasfles
De gasslang en afsluiter op de drukregelaar moeten gecontroleerd worden op slijtage of beschadiging voor gebruik en voor het aansluiten op de
gasfles.
Gebruik het toestel niet als het een beschadigde of versleten gasslang heeft. Vervang de gasslang.
Gebruik geen toestel wat lekt, beschadigd is of die niet naar behoren werkt.
Dit product dient alleen gebruikt te worden met een navulbare gasfles die voldoet aan de locale van kracht zijnde voorschriften.
Zorg ervoor dat de gasfles aangesloten of vervangen wordt op een goed geventileerde plaats, liefst in de open lucht, uit de omgeving van iedere
onstekingsbron, zoals open vuur en uit de nabijheid van andere mensen.
Houd gasflessen uit de nabijheid van hittebronnen en vlammen. Plaats niet op een kooktoestel of een enig ander heet oppervlak.
Probeer de gasfles niet te verplaatsen wanneer het toestel in werking is.
De gasfles dient van het toestel afgekoppeld te worden na gebruik of tijdens opslag.
Niet geschikt voor gebruik met een vaste gas aansluiting.