Centrale met geïntegreerde multi-formaat communicator geschikt voor up- en downloading Gebruikershandleiding voor NX-4 / NX-6 / NX-8 / NX-8PLUS Versie Maart 2003 BVVO keuring BZ-MI keuring NetworX gebruikershdl : BIS/REC/696 : 07-98-0496 10/09/2003 Data and design are subject to change without notice / Supply subject to availability © Copyright - Details as per general conditions of supply, 1998 1
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE .................................................................................................................................................................... 2 1. ALGEMEEN ..................................................................................................................................................................... 4 2. VERKLARENDE WOORDENLIJST...........................................................................................................
4. GEBRUIK VAN HET SYSTEEM VIA LCD CODEKLAVIER...................................................................................26 4.1. BETEKENIS VAN DE VERSCHILLENDE LAMPJES (LED’S) ................................................................................................26 4.2. PANIEKKNOPPEN ..........................................................................................................................................................29 4.3.
1. Algemeen De bedoeling van deze handleiding is om u vertrouwd te maken met de werking van uw beveiligingssysteem. Alle gebruikers van het systeem dienen deze handleiding te lezen en de erin vermelde instructies en raadgevingen te respecteren. Wanneer dit niet gebeurt, dan kan dit resulteren in het niet correct functioneren van uw beveiligingssysteem. Deze handleiding dient op een toegankelijke plaats bewaard te worden.
2. Verklarende woordenlijst AUTORISATIENIVEAU : De toegangsmogelijkheden die aan een bepaalde gebruiker verleend zijn bij het gebruik van het beveiligingssysteem. CODES : Kunnen ofwel gebruikerscodes zijn (gebonden aan een bepaald persoon) of functiecodes (om specifieke functies in en uit te schakelen). OPMERKING: een systeem kan ofwel 99 4-cijferige codes ofwel 66 6-cijferige codes bevatten, maar geen combinatie van de twee (4-cijferige EN 6-cijferige codes).
3. Gebruik van het systeem via LED codeklavier 3.1. Betekenis van de verschillende lampjes (LED’s) 3.1.1 NX-1xx LED codeklavieren Gereed LED Voeding LED Service LED Aan LED Direct LED Brand LED Numerieke toetsen Zone identificatieplaatje Zone LED’s 5 functietoetsen : Stay = aanwezig Chime = deurbel Exit = afwezig Bypass = blokkage Cancel = annuleren Figuur 1. 3 paniekknoppen NX-116 LED codeklavier Voor een gedetailleerde beschrijving van de lampjes, functietoetsen en paniekknoppen, zie pag.
3.1.2 NX-1208 LED codeklavier Voeding LED Gereed LED Brand LED 4 functietoetsen : Deurbel LED Annuleren LED Service LED 3 paniekknoppen Zone LED’s Numerieke toetsen Bypass = blokkage Away = afwezig Stay = aanwezig Night = Nacht Figuur 1. NX-1208 LED codeklavier Voor een gedetailleerde beschrijving van de lampjes, functietoetsen en paniekknoppen, zie pag.
AAN LED (alleen NX-1xx) Deze LED is “aan” als het systeem ingeschakeld is. Deze LED is “uit” als het systeem uitgeschakeld is. De “AAN” Led zal knipperen wanneer er zich een alarm voorgedaan heeft tijdens de vorige inschakelcyclus (alarmgeheugen). Blokkage/Bypass LED De “BLOKKAGE/BYPASS” LED is “aan” wanneer minstens één zone, die behoort tot dezelfde partitie als het codeklavier, geblokkeerd werd. Het (de) corresponderende zone-lampje(s) zal (zullen) eveneens oplichten.
Direct LED (alleen NX-1xx) De “DIRECT” LED is “aan” wanneer er geen ingangsvertraging is voor de toegangsdeur(en). Telkens als de “DIRECT” LED “aan” is en de uitgangstijd verstreken is, zal het openen van een toegangsdeur ONMIDDELLIJK een alarm veroorzaken. Wanneer de “DIRECT” LED “uit” is, is (zijn) de toegangsdeur(en) vertraagd. Voeding LED De “VOEDING” LED is “aan” wanneer de netspanning en de noodbatterij aangesloten zijn en OK zijn.
6 7 8 Storing telefoonlijn/telefoonlijn onderbroken: Dit lampje zal oplichten als de telefoonlijn verstoord is of als de telefoonlijn onderbroken werd. Deze service-indicatie zal getoond blijven totdat de fout hersteld werd en totdat een geldige gebruikerscode ingegeven werd. OPMERKING: Deze fout is een algemene fout en heeft invloed op alle partities in een partitiesysteem. Communicatiefout: Dit lampje zal oplichten als er een communicatiefout opgetreden is tussen uw systeem en de bv. de meldkamer.
3.2. Paniekknoppen Het codeklavier is voorzien van 3 paniekknoppen. Deze kunnen gebruikt worden voor het manueel activeren van een brandalarm (vlamsymbool), medisch alarm (groen kruis) en paniekalarm (politiesymbool). De betreffende knop dient gedurende 2 seconden ingedrukt te worden om de corresponderende paniekfunctie te activeren. OPMERKING: Het is mogelijk dat de paniekknoppen niet geprogrammeerd werden in uw systeem.
3.3. Functies voor het codeklavier met LED-uitlezing 3.3.1. Functies voor het NX-1xx codeclavier 3.3.1.1. Systeem inschakelen in de “AFWEZIG” mode De “AFWEZIG” mode wordt gebruikt wanneer de gebruiker het beveiligde pand verlaat en het volledige pand wenst te beveiligen. Hierna wordt stap voor stap uitgelegd hoe het systeem in de “AFWEZIG” mode kan ingeschakeld worden: Stap 1: Sluit alle beveiligde deuren en ramen.
Stap 3 : • Druk op de [Aanwezig] toets. • Het BLOKKAGE lampje zal oplichten om aan de duiden dat de “interne” zones geblokkeerd werden. (Alle “interne” detectoren zullen automatisch blokkeren, waardoor de gebruiker vrij kan rondlopen binnen het beveiligde gebouw). Van elke geblokkeerde “interne” zone zal het corresponderende zonelampje eveneens oplichten.
OPMERKING: Het DIRECT lampje dient gedoofd te zijn als men van plan is om het beveiligde pand terug te betreden. Indien het DIRECT lampje “aan” is, dan zal bij het terug betreden van het beveiligde pand onmiddellijk een alarm gegenereerd worden. Er kan terug een ingangstijd geprogrammeerd worden voor de toegangsdeur(en) door nogmaals op de [AANWEZIG] toets te drukken. Hierop zal het DIRECT lampje doven. 3.3.1.4.
3.3.1.7. Zones tijdelijk buiten werking zetten met groepsblokkage. Groepsblokkage is een optie die door uw installateur dient geprogrammeerd te worden. Stap 1 Druk de [BLOKKAGE] in. Stap 2 Indien nodig (optioneel), geef een gebruikerscode in. Stap 3 Het BLOKKAGE lampje knippert. Stap 4 Tik [0][0] in. De zonelampjes van de zones die geprogrammeerd werden voor “groepsblokkage” zullen continu oplichten om aan te duiden dat de zones geblokkeerd werden. Stap 5 Druk opnieuw de [BLOKKAGE] in.
3.3.1.10. Programmeren en wijzigen van gebruikerscodes. Stap 1 Stap 2 Het systeem moet uitgeschakeld zijn om gebruikerscodes te kunnen programmeren of wijzigen. Druk op de [*] toets. Stap 3 Druk op de [5] toets. Stap 4 Geef een “hoofdcode” in. OPMERKING: in een systeem met partities, moet de persoon die de code van iemand anders wijzigt, toegang hebben tot minstens dezelfde partitie als de gebruiker waarvan de code gewijzigd dient te worden. Stap 5 Het GEREED lampje zal knipperen.
Stap 6 Tik hierna het nummer van de betreffende gebruikerscode in. Gebruik hiervoor altijd 2 of 3 cijfers: dus [0][3] of [0][0][3] voor code (gebruiker) 3 en [5][2] of [0][5][2] voor code (gebruiker) 52. Stap 7 De zonelampjes die oplichten duiden aan welke autorisaties aan deze code toegekend zijn. Uitleg over de betekenis van ieder zonelampje wordt hieronder weergegeven. Een bepaalde autorisatie kan in- of uitgeschakeld worden door de corresponderende cijfertoets in te tikken op het codeklavier.
3.3.2. 3.3.2.1. Functies voor het NX-1208 codeclavier Systeem inschakelen in de “AFWEZIG/AWAY” mode De “AWAY” mode wordt gebruikt wanneer de gebruiker het beveiligde pand verlaat en het volledige pand wenst te beveiligen. Hierna wordt stap voor stap uitgelegd hoe het systeem in de “AWAY” mode kan ingeschakeld worden: Stap 1: Sluit alle beveiligde deuren en ramen. • Het GEREED lampje zal oplichten of knipperen wanneer alle beveiligde zones en detectoren of sensoren in rust zijn.
Stap 3 : • Druk 2 maal op de [STAY] toets. • Het BYPASS lampje zal oplichten om aan te duiden dat de “interne” zones geblokkeerd werden. (Alle “interne” detectoren zullen automatisch blokkeren, waardoor de gebruiker vrij kan rondlopen binnen het beveiligde gebouw). Van elke geblokkeerde “interne” zone zal het corresponderende zonelampje eveneens oplichten.
• Het NIGHT lampje zal eveneens oplichten. OPMERKING: afhankelijk van de programmatie door uw installateur zijn de toegangsdeuren vertraagd of direct. 3.3.2.4. Gebruik maken van de snelinschakeloptie (optioneel, indien geprogrammeerd) De snelinschakeloptie kan alleen gebruikt worden als deze door uw installateur geprogrammeerd werd. De snelinschakeloptie biedt aan de gebruiker de mogelijkheid om het systeem in te schakelen in de AFWEZIG of AANWEZIG mode zonder een geldige gebruikerscode te moeten ingeven.
3.3.2.7. Zones tijdelijk buiten werking zetten (blokkeren). Het kan gebeuren dat het nodig of wenselijk is om één of meer zones tijdelijk buiten werking te zetten. Dit kan alleen gebeuren als het systeem uitgeschakeld is. Voor het blokkeren van zones dienen volgende stappen gevolgd te worden: Stap 1 Druk de [BYPASS] in. Stap 2 Indien nodig (optioneel), geef een gebruikerscode in. Stap 3 Het BYPASS lampje knippert.
3.3.2.10 Programmeren en wijzigen van gebruikerscodes. Zie paragraaf 3.3.1.10 3.3.2.11 Instellen van code-autorisaties. Zie paragraaf 3.3.1.11 3.4. Speciale functies voor LED codeklavier 3.4.1. Instellen toonhoogte codeklavierzoemer Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 3.4.2. Veranderen van partitie (optioneel, dient door uw installateur toegelaten te worden) (alleen NX-1xx) Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 3.4.3. Druk op de [*] toets Druk op de [0] toets.
3.4.4. Testfunctie (optioneel, alleen mogelijk indien geprogrammeerd door uw installateur) Indien geprogrammeerd, dan zal deze functie een batterijtest, een telefoonkiezertest en/of een sirenetest uitvoeren. Stap 1 Stap 2 Stap 3 3.4.5. Terugzetten van branddetectoren (reset). Stap 1 Stap 2 3.4.6. Druk op de [*] toets Toets [4]] [4]] in. De test zal uitgevoerd worden zoals geprogrammeerd. Als een sirenetest uitgevoerd wordt, dan moet een gebruikerscode ingegeven worden om de sirene te stoppen.
3.4.7. Instellen van de systeemdatum. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Druk op de [*] toets Druk op de [9] toets. Druk op de [6] toets. Voer een “hoofdcode” in. Voer de “dag van de week ” in (telkens 1 cijfer). 1 = zondag 2 = maandag 3 = dinsdag 4 = woensdag Stap 6 Voer het “maandnummer” in (telkens 2 cijfers). 01 = januari 02 = februari 03 = maart 04 = april 05 = mei 06 = juni Stap 7 Stap 8 3.4.8.
Opmerking : - deze functie is alleen mogelijk als de telefoonkiezer niet actief is. - een bepaald telefoonnummer kan uitgelezen worden door deze functie uit te voeren zonder hierbij een nieuw nummer in te geven (telkens op de [*] toets drukken). - Indien u een nummer wenst te wissen, dan moet u allemaal “E”’s programmeren. Dit kunt u doen door telkens op de [Blokkage/Bypass] toets te drukken.
4. Gebruik van het systeem via LCD codeklavier 4.1. Betekenis van de verschillende lampjes (LED’s) 4.1.
4.1.2 NX-1248 LCD codeklavier Pijltjestoetsen 4 functietoetsen Numerieke toetsen Paniekknoppen, de meegeleverde stickers moeten op de overeenkomstige knoppen aangebracht worden voor de paniekfuncties die door uw installateur geprogrammeerd werden. Figuur 3 NX-1248 LCD codeklavier Voor een gedetailleerde beschrijving van de lampjes, functietoetsen en paniekknoppen, zie pag.
AAN LED (alleen NX-148) Deze LED is “aan” als het systeem ingeschakeld is. Deze LED is “uit” als het systeem uitgeschakeld is. De “AAN” LED zal knipperen wanneer er zich een alarm voorgedaan heeft tijdens de vorige inschakelcyclus (alarmgeheugen). Blokkage/Bypass LED De “BLOKKAGE/BYPASS” LED is “aan” wanneer minstens één zone, die behoort tot dezelfde partitie als het codeklavier, geblokkeerd werd. Als de “BLOKKAGE/BYPASS” LED “uit” is, zijn er geen zones geblokkeerd.
Aanwezig/Stay LED De “AANWEZIG/STAY” LED is “uit” wanneer het systeem ingeschakeld werd in de “AFWEZIG/STAY” mode. De “AANWEZIG/STAY” LED is “aan”, wanneer het systeem ingeschakeld werd in de “AANWEZIG/STAY” mode . Normaal is (zijn) de toegangsdeur(en) dan vertraagd. De toegangsdeur(en) kunnen “direct” of terug “vertraagd” gemaakt worden door telkens op de [Aanwezig/Stay] toets te drukken terwijl het systeem ingeschakeld is.
4.3. Functies voor het codeklavier met LCD-uitlezing 4.3.1 4.3.1.1 Functies voor het NX-148 codeclavier Systeem inschakelen in de “AFWEZIG” mode De “AFWEZIG” mode wordt gebruikt wanneer de gebruiker het beveiligde pand verlaat en het volledige pand wenst te beveiligen. Hierna wordt stap voor stap uitgelegd hoe het systeem in de “AFWEZIG” mode kan ingeschakeld worden: Stap 1: Sluit alle beveiligde deuren en ramen.
4.3.1.3. Systeem inschakelen in de “AANWEZIG” mode De “AANWEZIG” mode wordt gebruikt wanneer de gebruiker in het beveiligde pand wenst te blijven en alleen de perimeter (omtrek) ervan wenst te beveiligen. Hierna wordt stap voor stap uitgelegd hoe het systeem in de “AANWEZIG” mode kan ingeschakeld worden: Stap 1: Sluit alle beveiligde deuren en ramen. • Het GEREED lampje zal oplichten of knipperen wanneer alle beveiligde zones en detectoren of sensoren in rust zijn.
Het wijzigen van modes terwijl het systeem ingeschakeld is. Stap 1 Door de [AANWEZIG] toets in te drukken zal de vertraging op de toegangsdeur(en) in/uitgeschakeld worden. Stap 2 Gebruik de [BLOKKAGE] toets om de “interne” zones te deblokkeren of terug te blokkeren. Dit is alleen mogelijk als dit door uw installateur geprogrammeerd werd (optie “blokkage toggle” ingesteld).
4.3.1.7. Zones tijdelijk buiten werking zetten (blokkeren). Het kan gebeuren dat het nodig of wenselijk is om één of meer zones tijdelijk buiten werking te zetten. Dit kan alleen gebeuren als het systeem uitgeschakeld is. Voor het blokkeren van zones kunnen 2 procedures gevolgd worden: Procedure 1: gebruik deze procedure als u het nummer van de te blokkeren zone kent. Stap 1 Druk de [BLOKKAGE] in. Stap 2 Indien nodig (optioneel), geef een gebruikerscode in. Stap 3 Het BLOKKAGE lampje knippert.
4.3.1.9. Zones deblokkeren. Stap 1 Druk de [BLOKKAGE] in. Stap 2 Indien nodig (optioneel), geef een gebruikerscode in. Stap 3 Het BLOKKAGE lampje knippert. Stap 4 Geef het zonenummer (telkens 2 cijfers) in van de zone(s) die gedeblokkeerd moeten worden. Voorbeeld: om de zones 4 en 5 te deblokkeren moet men [0][4][0][5] intoetsen. Stap 5 Druk opnieuw de [BLOKKAGE] in. Stap 6 Het BLOKKAGE lampje stopt met knipperen en brandt continu.
Stap 8 Deze programmeermode kan verlaten worden door op de [#] toets te drukken terwijl het LCD display naar een codenummer vraagt. Opmerking: Iedere standaard in-/uitschakelcode (geen hoofdcode) kan ook zijn eigen code wijzigen. Het maximum aantal codes is afhankelijk van het type centrale. 4-cijferige codes 6-cijferige codes 4.3.1.12. NX-4 8 8 NX-6 40 40 NX-8 99 66 NX-8PLUS 240 180 Instellen van code-autorisaties Code-autorisaties kunnen toegekend worden door onderstaande stappen te volgen.
4.3.2 4.3.2.1 Stap 5 Nu kunt u specificeren tot welke partitie(s) deze code toegang heeft. (Het scherm toont de nummer van de partities waarin de code toegang heeft). De toegang tot een bepaalde partitie kan geweigerd of toegekend worden door op de corresponderende cijfertoets van het codeklavier te tikken. Het scherm zal de nummers tonen van de partities waarin toegang mogelijk is. De partities waarin geen toegang verleend werd, worden aangeduid met een plat streepje (-).
4.3.2.2 Systeem gereed maken om in te schakelen Als het GEREED lampje niet “aan” is of knippert, dan is er een zone verstoord (in fout). Om deze zone te identificeren moet u de [! !][" "] toetsen aan de rechterkant van het display gebruiken. Als u bepaalde zones wenst te blokkeren of te deblokkeren, dan moet u op de [Bypass] toets drukken terwijl de betreffende zone getoond wordt. Als u alle zones gecontroleerd hebt, kan u deze mode verlaten via de [#] toets. 4.3.2.3.
4.3.2.4. Systeem inschakelen in de “NIGHT” mode De “NIGHT” mode wordt gebruikt wanneer de gebruiker s’nachts het pand wenst te beveiligen maar de slaapvertrekken automatisch wenst te blokkeren. Hierna wordt stap voor stap uitgelegd hoe het systeem in de “NIGHT” mode kan ingeschakeld worden: Stap 1: Sluit alle beveiligde deuren en ramen. • Het GEREED lampje zal oplichten of knipperen wanneer alle beveiligde zones en detectoren of sensoren in rust zijn.
Stap 2 Gebruik de [BYPASS] toets om de “interne” zones te deblokkeren of terug te blokkeren. Dit is alleen mogelijk als dit door uw installateur geprogrammeerd werd (optie “blokkage toggle” ingesteld). Stap 3 Als de [AWAY] toets gebruikt wordt, terwijl het systeem ingeschakeld is, dan wordt de uitgangstijd terug gestart waardoor men het beveiligde pand terug kan verlaten. Dit is alleen mogelijk als dit door uw installateur geprogrammeerd werd (optie “re-exit” ingesteld).
Procedure 2: gebruik deze procedure als u het nummer van de te blokkeren zone NIET kent. Stap 1 Tik [*][! !] in. Hierna zal de omschrijving van zone 1 getoond worden. Stap 2 Gebruik de [! !][" "] toetsen om de omschrijvingen van alle zones zichtbaar te maken. Stap 3 Om een bepaalde zone te blokkeren of te deblokkeren, tikt u op de [Bypass] toets terwijl de omschrijving van de betreffende zone getoond wordt. Stap 4 Wanneer beëindigd, tikt u op de [#] toets om deze mode te verlaten.
4.4. Speciale functies voor het codeklavier met LCD-uitlezing De LCD klavieren beschikken over een tweetalige gebruikersinterface, nl. Nederlands en Frans. Daardoor kan men heel eenvoudig een gebruikersfunctie selecteren in het menu. Men kan het menu raadplegen door op de toets [*] te drukken. De gebruiker van het systeem kan ook heel eenvoudig omschakelen van een Nederlandstalige gebruikersinterface naar een Franstalige en vice versa.
4.4.1. Opvragen zonestatus Stap 1 Stap 2 Stap 3 4.4.2. Instellen toonhoogte codeklavierzoemer Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 4.4.3. 4.4.4. Druk op de [*] toets, gevolgd door de [! !] toets. Het LCD display zal hierna de zonestatus weergeven. Gebruik de [! !][" "]toetsen om door de zone-omschrijvingen te bladeren. Het LCD display zal een lijst tonen van ALLE zones, gesorteerd per zonenummer. Tik [#] in om deze functie te verlaten. Druk op de [*] toets, gevolgd door de [0] toets.
4.4.6. Uitlezen van logboek De NetworX centrales hebben een logboek met 185/512 “events” (gebeurtenissen) die kunnen opgevraagd worden met behulp van een “hoofdcode”. Dit logboek bevat een lijst van de laatste 185/512 gebeurtenissen, voorzien van datum-, tijd- en partitie-informatie. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Event Datum Tik [*] [9] [0] in. Het LCD display vraagt hierna om een “hoofdcode” in te geven. Tik een [hoofdcode] in. Hierop wordt het meest recente “event” op het display weergegeven.
4.4.9. Programmeren van telefoonnummers Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Uw systeem moet eerst uitgeschakeld worden. Tik [*] gevolgd door : [4] [1] om telefoonuumer 1 te wijzigen/programmeren [4] [2] om telefoonuumer 2 te wijzigen/programmeren [4] [3] om telefoonuumer 3 te wijzigen/programmeren Een bepaald telefoonnummer kan alleen gewijzigd worden als het geen nummer van een meldkamer is. Hierna vraagt het LCD scherm om uw code in te geven. Geef een hoofdcode in.
Op die manier kan de gebruiker zijn systeem volledig testen. 4.4.12.2 Stap 1 Tik [*] [Deurbel] in : het LCD display vraagt hierna om een “hoofdcode” in te geven. Stap 2 Tik een [Hoofdcode] in : hierbij wordt de boodschap “looptestmode” in het display weergegeven. Stap 3 Activeer alle te testen sensoren. Elke activatie van een sensor wordt geconfirmeerd met een “ding-dong” geluid. De zoneteksten van de sensoren die gereageerd hebben, worden één voor één op het disdplay weergegeven.
4.5. Gebruik van LCD codeklavier in systeem met partities Als uw systeem uit meerdere partities (secties) bestaat en wanneer het codeklavier tot één bepaalde partitie behoort, dan zal dit codeklavier ALLEEN de status van de zones van de betreffende partitie tonen zoals reeds beschreven in paragrafen 4.3 en 4.4.
• ANNULEREN*: zal knipperen gedurende de kiezervertragingstijd. Wanneer, tijdens het knipperen van dit lampje, een code ingegeven wordt gevolgd door de [Annuleren]-toets, zal het alarmrapport geannuleerd worden. Opmerking: de “kiezervertragingstijd” dient door uw installateur geprogrammeerd te worden. Wanneer een code ingevoerd wordt gevolgd door de [Annuleren]-toets tijdens of na het versturen van het alarm, dan zal het “ANNULEREN” lampje continu oplichten.
Conditie Blanko Partitie niet gebruikt of geen toegang tot partitie Blanko Streepje (-) Partitie niet gereed Streepje (-) Knipperen Partitie gereed om geforceerd in te schakelen Streepje (-) Streepje (-) Partitie ingeschakeld in “direct” mode Knipperen Partitienummer Partitie gereed en klaar om in te schakelen Streepje (-) Streepje (-) Partitie is gewapend Partitienummer % Om ALLE partities te ontwapenen, druk op de bovenste pijltjestoets rechts van het LCD display.
• UITSCHAKELEN van een ALARM in de “hoofdmode” Wanneer de codeklavierzoemer of de sirene geactiveerd is, dan kan de alarmsignalisatie gestopt worden door een geldige gebruikerscode in te geven. De ingevoerde gebruikerscode dient wel toegang te hebben tot de partitie waarin de alarmconditie zich voordeed. De [AFWEZIG/AWAY] en [BLOKKAGE/BYPASS] toets evenals het commando voor het opvragen van het alarmgeheugen [*][3] zullen enkel werken als een welbepaalde partitie geselecteerd werd.
4.6. Service-indicaties Wanneer het systeem de tussenkomst van uw alarminstallateur vereist, dan zal de onderstaande schermboodschap getoond worden. Contacteer in dit geval onmiddellijk uw alarminstallateur. Service vereist Tik *2 voor info Als bovenstaande boodschap op het LCD scherm verschijnt, dan moet u [*][2] intikken. Eén of meerdere servicemeldingen zullen hierna getoond worden (zie lijst hieronder). Maak gebruik van de [! !][" "] pijltjestoetsen om door de servicemeldingen te bladeren.
Uitbreiding Overstroom Een overstroom (vb. kortsluiting) werd gedetecteerd in de voeding van een uitbreiding. Uitbreiding Fout extra comm. Een supplementaire communicatiemodule heeft tevergeefs geprobeerd om een alarmrapport naar de meldkamer te versturen. Uitbreiding Voedingsfout De netspanning is niet aangesloten op de voeding van een uitbreidingsmodule. Controleer de zekering in de zekeringskast.
5. Referentietabellen BELANGRIJK De referentietabellen op de volgende bladzijden dienen bij voorkeur door uw installateur ingevuld te worden.
Dit systeem is NIET ' , is WEL ' onderverdeeld in partities.
Zone-omschrijvingen Zonenr. 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 Omschrijving NetworX gebruikershdl Zonenr. 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 Omschrijving 10/09/2003 Zonenr.
EG-Conformiteitsverklaring Hierbij verklaart G.E. INTERLOGIX dat de toestellen NX-4/NX-6/NX-8 en NX-8PLUS voldoen aan de essentiële eisen en aan de overige relevante bepalingen van Richtlijn 1999/5/EC (R&TTE). De originele DoC (Declaration of Conformity) kan aangevraagd worden bij : Siemens FSP NV Kortrijksesteenweg 320 B-8530 Harelbeke Tel +32 56 73 20 80 Fax +32 56 73 20 90 Email info@alarmcom.