Operation Manual

NetworX gebruikershdl 10/09/2003 Data and design are subject to change without notice / Supply subject to availability 5
© Copyright - Details as per general conditions of supply, 1998
2. Verklarende woordenlijst
AUTORISATIENIVEAU
: De toegangsmogelijkheden die aan een bepaalde gebruiker verleend zijn bij het
gebruik van het beveiligingssysteem.
CODES
: Kunnen ofwel gebruikerscodes zijn (gebonden aan een bepaald persoon) of functiecodes (om
specifieke functies in en uit te schakelen). OPMERKING: een systeem kan ofwel 99 4-cijferige codes
ofwel 66 6-cijferige codes bevatten, maar geen combinatie van de twee (4-cijferige EN 6-cijferige
codes).
DEURBELEIGENSCHAP
: Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om door de codeklavieren
een ding-dong signaal te laten genereren telkens een toegangsdeur geopend wordt.
DIRECT/VERTRAAGD
: Een programmeerbare optie die het enerzijds mogelijk maakt om direct een
alarmconditie te genereren bij het openen van toegangsdeuren of die anderzijds een zekere vertraging
toelaat. Hierdoor heeft iemand, bij het betreden van het beveiligde gebouw, tijd om zijn code in te geven om
het systeem uit te schakelen (zodat er geen alarm veroorzaakt wordt).
FUNCTIECODES
: Een functiecode is ofwel een 4-cijferige ofwel een 6-cijferige code die door de instal-
lateur geprogrammeerd werd om een specifieke functie uit te voeren (vb. activeren van elektrisch deurslot).
GEBRUIKERSCODE
: Een 4-cijferige of 6-cijferige code, waarmee het systeem kan in- of uitgeschakeld
worden.
GEDWONGEN IN/UITSCHAKELCODE
: Een programmeerbare optie die toelaat om een speciale code naar
de meldkamer te sturen om aan te geven dat het systeem onder dwang (vb. bij hold-up) uit- of ingeschakeld
werd. Deze code wordt ook “duress”-code genoemd.
GEFORCEERD INSCHAKELEN
: Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om het systeem in te
schakelen met één of meer geopende zones. Wanneer een systeem “geforceerd” kan ingeschakeld worden,
dan zal het groene GEREED lampje knipperen. OPMERKING: De zones die geopend zijn (niet gereed
zijn) zullen GEEN alarm veroorzaken.
GROEPSBLOKKAGE
: Een programmeerbare optie die aan de gebruiker toelaat om meerdere zones te
blokkeren d.m.v. één enkel commando.
HOOFDCODE
: Met een hoofdcode kunnen andere gebruikerscodes geprogrammeerd en/of gewijzigd
worden.
KIEZERVERTRAGING
: Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om de alarmen na een zekere
vertragingstijd naar de meldkamer door te sturen.
MELDKAMER
: De plaats waarnaar de alarmgegevens doorgestuurd worden tijdens een alarmrapportering.
Wordt ook “dispatching” genoemd.
PERIMETER
: De omtrek van een beveiligde ruimte (vb. beveiligde deuren, ramen, …).
SNELINSCHAKELOPTIE
: Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om het systeem in te
schakelen door enkel op de [
[[
[AANWEZIG/STAY]
]]
] of [
[[
[AFWEZIG/AWAY]
]]
] toets van het codeklavier te drukken.
Dit is enkel mogelijk om het systeem in te schakelen.
SYSTEEM MET PARTITIES
: Een systeem dat verdeeld is in verschillende secties, elk met zijn eigen
gebruiker(s) die elke sectie kan (kunnen) controleren.