Operating Instructions and Installation Instructions

28
AQUOS - IBIS - IDRON
NL
9
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
9.1 ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
De elektrische veiligheid van de installatie wordt alleen gegarandeerd wanneer deze correct op een
doeltreffende aardverbinding aangesloten is die tot stand gebracht is zoals door de van kracht zijnde
veiligheidsnormen bepaald wordt: leidingen van gas-, water- en verwarmingsinstallaties zijn absoluut niet
geschikt als aardverbindingen.
Het is nodig om deze fundamentele veiligheidsvereiste te controleren; vraag in geval van twijfel om een
nauwkeurige controle van de elektrische installatie door gekwaliceerd, vakkundig personeel omdat de
fabrikant van de ketel niet aansprakelijk is voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door de afwezigheid
van een aardverbinding van de installatie.
Laat gekwaliceerd, vakkundig personeel controleren of de elektrische installatie geschikt is voor het maximum
vermogen dat door de installatie geabsorbeerd wordt en laat vooral controleren of de doorsnede van de
kabels van de installatie geschikt is voor het vermogen dat door de belastingen geabsorbeerd wordt.
Het gebruik van ongeacht welke component die elektrische energie verbruikt, impliceert de inachtneming van
enkele fundamentele regels, zoals:
raak het apparaat niet aan met natte en/of vochtige lichaamsdelen en/of op blote voeten;
trek niet aan de elektriciteitskabels;
laat het apparaat niet blootgesteld aan de weersomstandigheden (regen, zon, enz.);
sta het niet toe dat het apparaat door kinderen of onervaren personen gebruikt wordt.
Aansluiting elektrische voeding 230V
De installatie van de bijkomende elektrische componenten van de ketel vereist de elektrische aansluiting op
een net van 230 V – 50 Hz: Deze aansluiting moet tot stand gebracht worden volgens de regels van het vak, zoals
beoogd wordt door de heersende IEC-normen.
Gevaar!
De elektrische installatie mag alleen uitgevoerd worden door een bevoegd technicus.
Alvorens de aansluitingen of ongeacht welke handeling op de elektrische delen uit te
voeren, moet de elektrische voeding altijd uitgeschakeld worden en gecontroleerd worden
of deze niet per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Houd u er rekening mee dat het nodig is om een tweepolige schakelaar op de elektrische
voedingslijn van de ketel te installeren, met een afstand van meer dan 3 mm tussen de
contacten, die gemakkelijk toegankelijk is, zodat het eventuele onderhoud snel en veilig
uitgevoerd kan worden.
De vervanging van de voedingskabel moet door bevoegd technisch personeel uitgevoerd worden. De
veronachtzaming van bovenstaande kan de veiligheid van het apparaat compromitteren.
9.2 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de voedingskabel eerst aan op de zijkant van de ketel en vervolgens op een muurstopcontact.
De hoofdschakelaar op de zijkant moet alleen geactiveerd worden om de ketel in te schakelen; zo niet dan
wordt aanbevolen de schakelaar uit te laten.
Wanneer de ketel niet wordt gebruikt, wordt aanbevolen om de voedingskabel van de
ketel te verwijderen.
Fig. 25 - Elektrische aansluiting van de kachel