Operating Instructions and Installation Instructions

45
AQUOS - IBIS - IDRON
NL
14.14 SIGNALERING ALARMEN
Wanneer zich een andere dan de bedoelde werksituatie voor de gewone werking van de kachel voordoet,
treedt een alarmsituatie op.
Het bedieningspaneel geeft aanwijzingen over het huidige alarm. De geluidssignalering is alleen voor de alarmen
A01-A02 niet aanwezig, om de gebruiker niet te storen als ‘s nachts de pellets in de voorraadbak opgeraakt zijn.
SIGNALERING
PANEEL
TYPE PROBLEEM OPLOSSING
A01 Het vuur wordt niet ontstoken.
Controleer de reiniging van de vuurpot / het niveau
van de pellets in de voorraadbak.
A02 Abnormaal doven van het vuur.
Controleer het niveau van de pellets in de
voorraadbak.
A03 Alarm
thermostaten
De temperatuur van de voorraadbak voor
de pellets of de temperatuur van het water
overschrijdt de voorziene veiligheidslimiet.
Wacht tot de afkoelfase voorbij is, annuleer het alarm
en schakel de kachel weer in door de lading van
de brandstof op de minimumstand te zetten (menu
INSTELLINGEN - Pelletrecept). Als het alarm aanhoudt,
neemt u contact op met de assistentiedienst.
Controleer of de omgevingsventilator correct werkt
(indien aanwezig).
A04 Temperatuuroverschrijding rookgassen.
De ingestelde limiet van de rookgassen is
overschreden. Verlaag de lading van de pellets
(menu INSTELLINGEN - Pelletrecept).
A05 Alarm
drukschakelaars
Inwerkingtreding drukschakelaar rookgassen
of onvoldoende waterdruk.
Controleer obstructies in de schoorsteen / opening
deur of druk van het hydraulische systeem.
A08 Afwijkende werking van de rookventilator.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
A09 Defect van de rookgassensonde.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de
assistentiedienst.
A19 Defect van de watersonde. Watersonde los / onderbroken / defect / niet herkend.
A20 Alarm puffersonde. Puffersonde los / onderbroken / defect / niet herkend.
SERVICE
Waarschuwing periodiek onderhoud (niet
blokkerend).
Wanneer deze knipperende tekst verschijnt tijdens
de inschakeling, betekent dit dat het van tevoren
vastgestelde aantal werkuren tot het onderhoud
verstreken is. Bel het assistentiecentrum.
14.15 RESETTEN ALARM
Om het alarm te resetten, moet de toets 1 (ESC) enige ogenblikken ingedrukt blijven. De kachel verricht een
controle om vast te stellen of de oorzaak van het alarm nog aanwezig is of niet.
In het eerste geval zal het alarm opnieuw weergegeven worden, in het tweede geval komt het op OFF te staan.
Als het alarm aanhoudt, neemt u contact op met de assistentiedienst.
14.16 NORMALE UITSCHAKELING (OP HET PANEEL: OFF MET KNIPPERENDE VLAM)
Wanneer de uitschakeltoets ingedrukt wordt, of een alarmsignalering aanwezig is, gaat de kachel de thermische
uitschakelfase binnen waarbij de volgende fasen automatisch uitgevoerd worden:
Eindigt het laden van pellets
De omgevingsventilator (indien aanwezig) handhaaft de ingestelde snelheid tot T rookgassen de 100°C
bereikt en stelt vervolgens automatisch de minimumsnelheid in, tot de temperatuur van uitschakeling bereikt
wordt.
De rookgassenventilator stelt zich in op het maximum en blijft daar gedurende de vaste tijd van 10 minuten,
aan het eind waarvan, als T rookgassen onder de uitschakeldrempel gedaald is, de ventilator denitief
uitgeschakeld wordt. Zo niet dan wordt de minimumsnelheid ingesteld tot deze drempel bereikt wordt, om
vervolgens uit te gaan.
Als de kachel normaal uitgeschakeld is maar de temperatuur van de rookgassen overschrijdt door thermische
intertie opnieuw de drempel, dan zal de uitschakelfase weer van start gaan bij de minimumsnelheid, tot de
temperatuur opnieuw daalt.