Operating Instructions and Installation Instructions

53
AQUOS - IBIS - IDRON
NL
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
In de automatische modus werkt
de kachel altijd op het maximale
vermogen.
Thermostaat op minimumstand
ingesteld.
Stel de temperatuur van de thermostaat
opnieuw in.
Omgevingsthermostaat op
maximumstand.
Stel de temperatuur van de thermostaat
opnieuw in.
Sonde voor meting temperatuur
beschadigd.
Controleer de sonde en vervang hem
eventueel.
Bedieningspaneel defect of werkt niet.
Controleer het bedieningspaneel en
vervang hem eventueel.
Het product gaat niet van start.
Gebrek aan elektrische energie.
Controleer of de stekker naar binnen
gestoken is en de hoofdschakelaar op
stand ā€œIā€ staat.
Inwerkingtreding temperatuursonde
pellets.
Controleer de parameters van het
recept.
Zekering beschadigd. Vervang de zekering.
Drukschakelaar defect (meldt een
blokkering).
Onvoldoende druk van het water in de
kachel.
Inwerkingtreding tertemperatuursensor. Bel de assistentie.
Rookgasafvoer of rookgaskanaal
verstopt.
Reinig de rookgasafvoer en/of het
rookgaskanaal.
Geen temperatuursstijging met kachel
in werking
Slechte regeling van de verbranding. Controle recept.
Ketel / installatie vuil. Controleer en reinig de ketel.
Vermogen van kachel onvoldoende.
Controleer of de kachel kan voldoen
aan de vraag van de installatie.
Type pellets van slechte kwaliteit. Gebruik pellets van de producent.
Condensatie in de ketel.
Slechte regeling van de temperatuur.
Zet de kachel op een hogere
temperatuur.
Onvoldoende verbruik van de
brandstof.
Controle recept.
Radiatoren koud in winter.
Thermostaat omgevingstemperatuur
(plaatselijk of op afstand) te laag
ingesteld. Indien remote thermostaat:
controleer of deze niet defect is.
Zet de thermostaat op een hogere
temperatuur en vervang hem
eventueel (indien remote).
De circulatiepomp draait niet omdat hij
geblokkeerd is.
Deblokkeer de circulatiepomp door
de dop eraf te halen en de as te laten
draaien met een schroevendraaier.
De circulatiepomp draait niet.
Controleer de elektrische aansluitingen
ervan, vervang de pomp eventueel.
Lucht in de radiatoren. De radiatoren ontluchten.
Hoge mate van variatie van de
temperatuur van het sanitairwater.
Waterdebiet te laag.
Verhoog het waterdebiet (minimum 3
liter per minuut).
Te weinig afgifte van sanitairwater.
Onvoldoende druk van het water in het
net.
Controleer de ijking van de
drukverlaagklep.
Kraan of mengkraan verstopt door
kalkaanslag.
Installeer een vloeistofdrukvat.
Wateraggregaat verstopt. Controleren en reinigen.
Reinig of vervang de platenwisselaar.
Geen afgifte van warm water. Circulatiepomp is geblokkeerd. Deblokkeer de circulatiepomp.