Operating Instructions and Installation Instructions
25
VEGA - SIRE
3
PLUS - DOGE
3
PLUS - SFERA
3
- SFERA
3
PLUS - PRINCE
3
- PRINCE
3
PLUS - GLOBE - TREND - ELISE
3
PLUS
NL
en een luchttemperatuur die varieert van minimaal 90°C tot maximaal 136°C.
• Voor de kanalisering wordt aangeraden een buis t gebruiken die niet langer is dan 6 meter, met niet meer
dan 3 bochten van 90°, anders verliest de warme lucht haar doeltreffende werking.
• Gebruik buizen met een diameter van 80 mm met gladde binnenwanden.
• Als de buizen koude muren moeten passeren, isoleer de buis dan met isolatiemateriaal.
• Plaats in de uitlaatopening een beschermrooster van grof gaas, met een totaal netto-oppervlak van minimaal
40 cm
2
.
• Na 6 meter buis kan er een luchtdebiet zijn dat varieert van minimaal 58 m
3
/h tot maximaal 83 m
3
/h, en een
luchttemperatuur die varieert van minimaal 65°C tot maximaal 99°C (deze waarden zijn in het testlaboratorium
geregistreerd, in de installatieruimte kunnen zowel het debiet als de temperatuur verschillen vertonen).
• Indien men het luchtdebiet wenst te verhogen, moet op de uitgang van de buis een kleine wandventilator
met een debiet van meer dan 130 m
3
/h geïnstalleerd worden, dit moet uitgevoerd worden door een
geautoriseerd technicus.
• Met de fabrieksparameters wordt 1/2 van de door de kachel geproduceerde warmte afgegeven in de
ruimte van installatie van de kachel. 1/2 deel verlaat vervolgens de kanalisering aan de linkerkant.
• Om de beste prestaties te verkrijgen, moeten het vermogen en het luchtdebiet met elkaar in balans gebracht
worden (zie INSTELLING VENTILATOREN op pag. 29). Deze handeling moet uitgevoerd worden met de hulp
van een geautoriseerd technicus.
12.13 GEBRUIK VAN DE KACHEL ZONDER KANALISERING
De kachel kan ook worden gebruikt zonder de lucht in andere omgevingen te kanaliseren.
In dit geval moet u aan de achterkant van de kachel (waar de uitlaat van de kanalisering is voorzien) de
verdeler voor de omgeving monteren (zie Fig. 49 op pag. 25).
Fig. 49 - Montage van de verdeler
13
GEBRUIK
13.1 INLEIDING
Voor het beste rendement met het laagste verbruik moeten onderstaande aanwijzingen opgevolgd worden.
• De inschakeling van de pellets vindt heel gemakkelijk plaats als de installatie correct is en het rookkanaal
efciënt werkt.
• Schakel de kachel gedurende minstens 2 uur in op Vermogen 1 om het materiaal waaruit de ketel en de vuurhaard
bestaat in staat te stellen zich aan te passen aan de interne elastische krachten die uitgeoefend worden.
• Door gebruik van de kachel kan de lak vanbinnen in de verbrandingskamer veranderingen ondergaan.
Dit fenomeen kan aan verschillende oorzaken worden toegeschreven: overmatige oververhitting van de
kachel, chemische stoffen die in minderwaardige pellets aanwezig zijn, slechte trek van de schoorsteen, enz.
Bijgevolg kan de hechting van de lak in de verbrandingskamer niet worden gegarandeerd.
De vetresten van de fabricage en de lakken kunnen tijdens de eerste uren werking geuren
en rook verspreiden: er wordt geadviseerd het vertrek te luchten omdat deze geuren en
rook schadelijk voor mens en dier kunnen zijn.
De programmeringswaarden van 1 tot 5 zijn van tevoren door de fabrikant ingesteld en
kunnen alleen door een geautoriseerd technicus veranderd worden.