Operating Instructions and Installation Instructions

Table Of Contents
33
KEUKENKACHEL OP HOUT
NL
8
ROOKKANAAL
8.1 INLEIDING
Dit hoofdstuk Rookkanaal is opgesteld in samenwerking met Assocosma (www.assocosma.org) en is gebaseerd
op de Europese normen (EN 15287 - EN 13384 - EN 1856 - EN 1443 - UNI 10683:2012).
Het hoofdstuk verstrekt aanwijzingen over de goede en correcte totstandkoming van het rookkanaal maar
dient in geen geval als vervanging van de van kracht zijnde normen te gelden, die in het bezit van de fabrikant/
gekwaliceerde installateur moeten zijn.
Controleer bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben
op de inlaat van de verbrandingslucht, de rookafvoerinstallatie, het rookkanaal of de
schoorsteenpot.
De rma stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor de slechte werking van de kachel als die te wijten is aan
het gebruik van een rookkanaal met verkeerde afmetingen dat niet aan de van kracht zijnde normen voldoet.
8.2 ROOKKANAAL
Het rookkanaal of de schoorsteen zijn zeer belangrijk voor de goede werking van een verwarmingsapparaat.
Het is van essentieel belang dat het rookkanaal volgens de regels van het vak geconstrueerd is en altijd
perfect efciënt gehouden wordt.
Het rookkanaal moet enkelvoudig zijn met geïsoleerde inox-buizen of op een bestaand rookkanaal.
Beide oplossingen moeten een inspectieluikje bezitten.
8.3 TECHNISCHE KENMERKEN
Fig. 1 - Schuin dak
LEGENDA Fig. 2 op pag. 33
1 Hoogte boven de nok van het dak = 0,5 m
2 Helling dak ≥10°
3 90°
4 Gemeten afstand op 90° van het oppervlak van het dak = 1,3 m.
Het rookkanaal moet rookdicht zijn.
Het moet een verticaal verloop hebben, zonder knikken, en moet van materialen gemaakt zijn die
ondoordringbaar zijn voor rook en condens, die thermisch geïsoleerd zijn en geschikt zijn om door de tijd
heen bestand te zijn tegen normale mechanische belastingen.
Het rookkanaal moet extern geïsoleerd zijn ter vermijding van condensvorming en moet het
effect van koeling van de rookgassen verlagen.