Operating Instructions and Installation Instructions
Table Of Contents
- 1 MANUAL SIMBOLOGY
- 2 DEAR CUSTOMER
- 3 CAUTIONS
- 4 WARRANTY CONDITIONS
- 5 SPARE PARTS
- 6 WARNINGS FOR THE CORRECT DISPOSAL OF THE PRODUCT
- 7 PACKAGING AND HANDLING  
- 8 CHIMNEY FLUE 
- 9 FUEL 
- 10 INSTALLATION 
- 11 USE 
- 12 MAINTEINANCE   
- 12.1 INTRODUCTION
- 12.2 BURNING POT AND ASH TRAY CLEANING 
- 12.3 FUME PIPES ANNUAL CLEANING 
- 12.4 GENERAL CLEANING 
- 12.5 CLEANING OF PAINTED METAL PANELS 
- 12.6 CLEANING OF CERAMIC PANELS 
- 12.7 GLASS CLEANING 
- 12.8 OVEN CLEANING 
- 12.9 COOKTOP CLEANING 
- 12.10 FUME PASSAGES CLEANING 
- 12.11 FANS CLEANING 
- 12.12 FAN REPLACEMENT 
- 12.13 SWITCH REPLACEMENT 
- 12.14 GASKET REPLACEMENT 
- 12.15 OVEN LIGHT REPLACEMENT 
- 12.16 HEART BREAK
- 13 IN CASE OF ANOMALY 
- 14 TECHNICAL DATAS 
- 1 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
- 2 BESTE KLANT
- 3 WAARSCHUWINGEN
- 4 GARANTIEVOORWAARDEN
- 5 RESERVEONDERDELEN
- 6 AANWIJZINGEN VOOR EEN CORRECTE VERWIJDERING VAN HET PRODUCT
- 7 VERPAKKING EN VERPLAATSING  
- 8 ROOKKANAAL 
- 9 BRANDSTOF 
- 10 INSTALLATIE 
- 11 GEBRUIK 
- 12 ONDERHOUD   
- 12.1 INLEIDING
- 12.2 REINIGING VUURPOT EN ASLADE 
- 12.3 JAARLIJKSE REINIGING VAN DE ROOKGASSENLEIDINGEN 
- 12.4 ALGEMENE REINIGING 
- 12.5 REINIGING VAN GELAKTE METALEN ONDERDELEN 
- 12.6 REINIGING VAN DE MAJOLICA ONDERDELEN 
- 12.7 REINIGING VAN HET GLAS 
- 12.8 REINIGING OVEN 
- 12.9 REINIGING KOOKFORNUIS 
- 12.10 REINIGING BINNENKANT OVEN 
- 12.11 REINIGING VENTILATOR 
- 12.12 VERVANGING VENTILATOR 
- 12.13 VERVANGING SCHAKELAAR 
- 12.14 VERVANGING VAN DE PAKKINGEN 
- 12.15 VERVANGING OVENLAMP 
- 12.16 DEFECT VUURPOT 
- 13 IN GEVAL VAN ONGEMAKKEN 
- 14 TECHNISCHE GEGEVENS 
33
KEUKENKACHEL OP HOUT
NL
8
ROOKKANAAL
8.1 INLEIDING
Dit hoofdstuk Rookkanaal is opgesteld in samenwerking met Assocosma (www.assocosma.org) en is gebaseerd
op de Europese normen (EN 15287 - EN 13384 - EN 1856 - EN 1443 - UNI 10683:2012).
Het hoofdstuk verstrekt aanwijzingen over de goede en correcte totstandkoming van het rookkanaal maar
dient in geen geval als vervanging van de van kracht zijnde normen te gelden, die in het bezit van de fabrikant/
gekwaliceerde installateur moeten zijn.
Controleer bij de plaatselijke overheid of er beperkende normen zijn die betrekking hebben
op de inlaat van de verbrandingslucht, de rookafvoerinstallatie, het rookkanaal of de
schoorsteenpot.
De rma stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor de slechte werking van de kachel als die te wijten is aan
het gebruik van een rookkanaal met verkeerde afmetingen dat niet aan de van kracht zijnde normen voldoet.
8.2 ROOKKANAAL
• Het rookkanaal of de schoorsteen zijn zeer belangrijk voor de goede werking van een verwarmingsapparaat.
• Het is van essentieel belang dat het rookkanaal volgens de regels van het vak geconstrueerd is en altijd
perfect efciënt gehouden wordt.
• Het rookkanaal moet enkelvoudig zijn met geïsoleerde inox-buizen of op een bestaand rookkanaal.
• Beide oplossingen moeten een inspectieluikje bezitten.
8.3 TECHNISCHE KENMERKEN
Fig. 1 - Schuin dak
LEGENDA Fig. 2 op pag. 33
1 Hoogte boven de nok van het dak = 0,5 m
2 Helling dak ≥10°
3 90°
4 Gemeten afstand op 90° van het oppervlak van het dak = 1,3 m.
• Het rookkanaal moet rookdicht zijn.
• Het moet een verticaal verloop hebben, zonder knikken, en moet van materialen gemaakt zijn die
ondoordringbaar zijn voor rook en condens, die thermisch geïsoleerd zijn en geschikt zijn om door de tijd
heen bestand te zijn tegen normale mechanische belastingen.
Het rookkanaal moet extern geïsoleerd zijn ter vermijding van condensvorming en moet het
effect van koeling van de rookgassen verlagen.