Operating Instructions and Installation Instructions

Table Of Contents
47
KEUKENKACHEL OP HOUT
NL
Open en sluit de deur van de vuurhaard niet te hevig: het glas kan breken!
De deur openen wanneer de vlam hoog staat kan gevaarlijk zijn voor de gebruiker en/of
de woning.
Tijdens de werking kan de buitenkant op sommige plekken heel warm worden. Voor het
vullen moeten de meeleverde handschoenen gebruikt worden.
Het is raadzaam de kachel alleen te vullen wanneer in de vuurpot alleen smeulend as aanwezig is.
Als volgt te werk gaan: sluit de klep van de primaire lucht, open de deur van de vuurhaard langzaam, roer
even in de assen met het gepaste instrument, voer het brandhout in, sluit de deur en regel de klep van de
primaire lucht.
Tijdens de normale werking is het gevaarlijk de aslade en/of de deur van de vuurhaard open
te laten om de trek te verhogen! Er bestaan andere middelen om de verbrandingslucht te
regelen (klep primaire lucht, regelaar, enz.).
11.5 GEBRUIK VAN DE OVEN
Eens de kachel goed op gang gekomen is, sluit de inschakelklep en wacht tot de oven op de aangewezen
temperatuur gekomen is.
De temperatuur van de oven staat rechtstreeks in verhouding tot de verbrandingssnelheid en er is een constante
verbranding nodig om temperatuurschommelingen in de oven te voorkomen.
De ovens van de kachels zijn voorzien van een thermometer die de temperatuur meet op de plaats waar ze
zich bevinden; om te weten hoe warm het is in het midden van de oven, moet dit gegeven met ongeveer 20°C
verhoogd worden. Om de gerechten te laten sudderen worden ze het best boven in de oven of in het midden
geplaatst.
Fig. 17 - Thermometer oven
POSITIES THERMOMETER GEBAK GEBRAAD BROOD
TEMPERATUUR MIDDEN OVEN 115 °C 180 °C 240 °C
11.6 DEKSEL
Op verzoek kunnen sommige modellen geleverd worden met een deksel, dat evenwel nooit gebruikt wordt
wanneer het fornuis nog warm is, om de keuken zelf niet te oververhitten. Wanneer het deksel dichtgeklapt is,
wordt het fornuis een extra werkblad. Kras hem niet door pannen of kookpotten te verslepen.
11.7 VENTILATIE
Sommige modellen van kachel zijn voorzien van geforceerde ventilatie met handbediening: in- en uitschakeling
met de toegewijde schakelaar (zie Fig. 16 op pag. 46).
De lucht aangevoerd door de ventilators houdt de kachel in stand op een lagere temperatuur , zodat de
materialen waaruit de kachel opgebouwd is niet te veel belast worden en tegelijk de omgeving gelijkmatig
verwarmd wordt.
Controleer de werking van de ventilator regelmatig.