Operation Manual

69
752BDazur
69
Speakerconguratie (alleen 7.1 kanaal
analoge audio-uitgang)
De volgende instellingen bepalen hoe de interne surround-sounddecoder van de
751BD werkt. Zij hebben geen invloed op de audio verzonden over HDMI or S/P
DIF/TOSLINK.
In het menu “Luidsprekers congureren” kunt u de instellingen van de luidsprekers
congureren, zoals downmix-modus, aantal luidsprekers, onderlinge afstand,
capaciteit en afvlakking. In het menu “Luidsprekers congureren” ziet u een
afbeelding van de posities van de luidsprekers, om het congureren van de
luidsprekerparameters te vergemakkelijken.
Wanneer dit menu wordt geopend, staat de cursor op de luidspreker linksvoor. U
kunt de cursor met de toetsen / verplaatsen. Met de toets  verplaatst u de
cursor rechtsom, met de toets  linksom.
Wanneer de cursor op "Down Mix" or "Exit"staat, kunt u deze opties ook met de
toetsen / markeren.
Downmix-modus
Downmixen is een proces waarbij multi-channel audio wordt geconverteerd naar
een kleiner aantal kanalen. Bijvoorbeeld het converteren van een 5.1ch-bron
naar stereo of een 7.1ch-bron naar 5.1ch. Downmixen zorgt ervoor dat de audio-
uitvoer van de speler exact overeenkomt met het aantal luidsprekers van uw
thuisbioscoopsysteem.
De actuele downmix-modus wordt weergegeven in de rechterbenedenhoek van de
afbeelding met de posities van uw luidsprekers.
Druk om de audio-downmix-instelling te wijzigen op Enter wanneer de cursor op de
optie "Downmix" staat. De volgende downmix-modi zijn beschikbaar:
LT/RT – Links totaal/Rechts totaal. De middelste en surroundkanalen worden
gedecodeerd en vervolgens in matrix gecodeerd in de twee voorste kanalen. Een
Dolby Pro Logic-ontvanger kan dan de uitgevoerde tweekanaals audio decoderen
naar surround audio.
Stereo - Deze modus downmixt multi-channel audio naar 2-kanaals stereo-uitvoer.
Bij oorspronkelijke stereo-inhoud wordt de uitvoer niet gewijzigd. Bij oorspronkelijke
multi-channel inhoud worden de surround- en middelste kanalen gemixt met de
linker en rechter frontkanalen. Aanbevolen bij gebruik van tv-toestellen of stereo-
ontvangers/-versterkers (zonder Prologic-decodering).
5.1Ch – In deze modus is 5.1ch audio-uitvoer mogelijk. Het aantal werkelijke
uitvoerkanalen is afhankelijk van de disk. Als de bron-inhoud uit meer kanalen
bestaat, worden de surround-backkanalen gemixt met de surroundkanalen.
7.1Ch – In deze modus is 7.1ch audio-uitvoer mogelijk. Het aantal werkelijke
uitvoerkanalen is afhankelijk van de disk.
Testtoon
Testtoon is een speciale groep kunstmatige geluiden die worden gebruikt om uw
luidsprekersysteem te testen en eventuele bedradingsfouten te vinden. Standaard
is de testtoon ingesteld op "Uit". Deze status wordt links onder aan het scherm
weergegeven.
Om de test te starten, gebruikt u de toetsen / om de optie "Testtoon" te
markeren en drukt u vervolgens op Enter om de status van de testtoon te wijzigen
in “Aan”. Druk daarna op de pijltoetsen om een luidspreker te selecteren; u hoort
de testgeluiden. Om de test te stoppen, gebruikt u de toetsen / om de optie
"Testtoon" te markeren en drukt u vervolgens op Enter om de status van de
testtoon te wijzigen in "Uit". Let op: Deze testtonen zijn uitsluitend bedoeld voor
multi-channel audio-uitgangen.
Luidsprekerinstellingen
Voor elke luidspreker van het thuisbioscoopsysteem kunt u de capaciteit, afstand
en afvlakking instellen. Plaats om een luidspreker te congureren de cursor op
deze luidspreker en druk op Enter. Het menu Luidsprekerinstellingen rechts op
het scherm wordt dan geactiveerd. Selecteer in het menu Luidsprekerinstellingen
met de toetsen / een parameter en druk vervolgens op Enter om deze te
wijzigen. Druk op de toets  of selecteer de optie "Sluiten" als u het menu
Luidsprekerinstellingen wilt verlaten en wilt terugkeren naar de afbeelding
“Luidsprekers congureren”. Wanneer u wilt doorgaan om de volgende luidspreker
te congureren, selecteert u de optie "Volgende luidspreker".
De volgende luidsprekerparameters kunnen worden ingesteld:
1. Capaciteit
Met de parameter Capaciteit stelt u de baslterregeling van de luidsprekers in. De
basfrequentie wordt ingesteld met de optie "Crossoverfrequentie" op de pagina
"Audioverwerking" van het menu Instellingen:
Hoog – De basfrequenties worden naar de luidsprekers doorgegeven.
Laag – De basfrequenties worden niet naar de luidsprekers doorgegeven om
eventuele vervorming te reduceren. Als een subwoofer aanwezig is, worden de
basfrequenties omgeleid naar de subwoofer.
Aan (alleen bij subwoofer) – Geeft aan dat een subwoofer aanwezig is.
Uit – Er is geen luidspreker voor de betreffende positie. Het geluid voor de
ontbrekende luidspreker wordt omgeleid naar andere luidsprekers of onderdrukt
wanneer dat niet mogelijk is.
NB: De front-, surround- en surround-backluidsprekers worden als paren
gecongureerd. Wanneer de capaciteit van een van deze luidsprekers wordt
gewijzigd, verandert die van de andere luidspreker automatisch mee.