Operation Manual

70
Instellingenmenu (vervolg)
2. Afstand
De parameters voor de luidsprekerafstand bepalen de vertraging voor het
corresponderende audiokanaal. Deze vertraging is om het verschil in doorgeeftijd
te compenseren dat wordt veroorzaakt doordat de luidsprekers op verschillende
afstanden van de luisterpositie zijn geplaatst.
De vertraging voor de luidsprekerafstand werkt alleen wanneer de speler multi-
channel audio decodeert. Als u gebruik maakt van bitstream-audio-uitvoer naar
uw AV-ontvanger, wordt de vertraging als gevolg van de luidsprekerafstand niet
gecompenseerd.
Omdat de vertraging wordt berekend aan de hand van de verschillende afstanden
tussen de luidsprekers en de luisterpositie, is het van belang dat eerst de afstand
naar de frontluidsprekers wordt ingesteld en pas daarna die naar de overige
luidsprekers. Telkens wanneer u de afstand naar de frontluidsprekers wijzigt,
wordt de afstand naar de andere luidsprekers automatisch aangepast, om de
afstandsverschillen te handhaven.
Als voorbeeld bovenstaande afbeelding: meet de afstand (in voet = ca. 30cm)
vanaf de primaire luisterpositie naar de linker of rechter frontluidspreker. De
afstand vanaf de luisterpositie naar de linker en rechter luidspreker moet hetzelfde
zijn. Voer de afstand tot de voorluidsprekers (1. in bovenstaande afbeelding) in in
het menu "Luidsprekers congureren".
Meet vervolgens de afstand (in voet) tussen de middelste luidspreker (2) en
de luisterpositie. Verplaats de cursor naar de middelste luidspreker op de
instellingenpagina Kanaalvertraging en voer de afstand (zo nauwkeurig mogelijk)
in voet in. Herhaal dit voor elke luidspreker in het systeem (midden, surround
links, surround rechts, surround back links, surround back rechts en subwoofer).
De speler zorgt voor de juiste vertraging van de middelste, subwoofer en surround
luidsprekerkanalen, zodat de geluidsgolven van verschillende luidsprekers de
luisteraar op hetzelfde moment bereiken.
Opmerkingen:
– De afstand tussen de surround-luidsprekers en de luisterpositie moet minder
zijn dan of gelijk aan de afstand tussen de frontluidsprekers en de luisterpositie.
– De front-, surround- en surround-backluidsprekers worden als paren
gecongureerd. Wanneer de afstand tot een van deze luidsprekers wordt
gewijzigd, verandert die tot de andere luidspreker automatisch mee.
3. Afvlakking
De parameters voor de luidsprekerafvlakking bepalen het volume van elk
afzonderlijk kanaal. Om een zo nauwkeurig mogelijk resultaat te bereiken, raden
wij aan gebruik te maken van de testgeluiden van een kalibratiedisk, zoals Digital
Video Essentials HD Basics en een SPL-meter (decibelmeter). De afvlakking kan
worden ingesteld tussen +/- 10dB in stappen van 0,5dB.
Andere audioverwerkingsinstellingen
1. Crossoverfrequentie
Als de luidsprekercapaciteit is ingesteld op "Laag" in het menu "Luidsprekers
congureren", worden basfrequenties niet naar de luidsprekers doorgegeven, om
eventuele vervorming te beperken. In plaats daarvan worden de basfrequenties
omgeleid naar de subwoofer.. De beschikbare opties zijn:
40Hz / 60Hz / 80Hz / 90Hz / 100Hz / 110Hz / 120Hz / 150Hz / 200Hz / 250Hz
– Dit zijn de beschikbare crossover-frequenties. Met de toetsen / kunt u de
gewenste optie selecteren. Deze optie geldt voor alle luidsprekers (midden, front,
surround en surround back). Standaard is de crossover-frequentie 80Hz.
2. Dynamic Range Control
De Dynamic Range Compression (DRC) instellen. DRC kan de geluidsextremen
(pieken en dalen) afvlakken die bij digitale breedbandaudio voorkomen. Als DRC is
geactiveerd, klinkt audio van mindere kwaliteit beter. Als DRC wordt uitgeschakeld,
wordt de geluidskwaliteit van de oorspronkelijke opname ten volle benut. De
beschikbare opties zijn:
Auto – Afspelen binnen het dynamisch bereik van de disk. Deze optie is alleen van
toepassing bij Blu-ray disks. Bij andere disksoorten wordt het dynamisch bereik
niet gecomprimeerd.
Aan – Compressie dynamisch bereik activeren.
Uit – Compressie dynamisch bereik deactiveren.
NB: Dynamisch Bereik Compressie wordt toegepast op de analoge audio-output en
de digitale audio-outputs (HDMI, Coaxiaal en Optisch) wanneer het audioformaat
is ingesteld op PCM.
3. DTS Neo:6 Modus
Stelt u in staat DTS Neo:6 audioverwerking in te schakelen en de luistermodus
te selecteren. DTS Neo:6 is een digitale signaalverwerking die de oorspronkelijke
stereobron kan uitbreiden tot 7.0 (L, R, C, LS, RS, LR, RR) of 7.1 (met
basmanagement) surround.
Muziek – Maakt DTS Neo:6 audioverwerking mogelijk voor stereo muziekbronnen.
Cinema – Maakt DTS Neo:6 audioverwerking mogelijk voor digitale tv-box of stereo
lmbronnen.
Uit (default) – Zet de DTS Neo:6 uit om de originele audiokwaliteit te behouden.
4. Uitgangsvolume
Hiermee kunt u de analoge volumeregelingen in- en uitschakelen (ook bekend als
Variabele Audio). De beschikbare opties zijn:
Variabel – Schakelt de analoge volumeregeling in. Gebruik de Volume-toetsen
op de afstandsbediening voor het verlagen/verhogen van het analoge audio
uitgangsniveau (het maximum is 100). Zowel de 7.1 als de dedicated stereo-
uitgangen worden beïnvloed.
Zowel de 7.1 als de dedicated stereo-uitgangen worden beïnvloed.
Vast – Schakelt de analoge volumeregeling uit. De Volumetoetsen op de
afstandsbediening hebben geen invloed meer op de analoge audio-uitgang en het
volumeniveau is vastgezet op 100.
FL
FR
C
SW
SL
SR
SB SBR
1
2
3
Afstanden:
1 - Luisterpositie tot front
2 - Luisterpositie tot middelste
3 - Luisterpositie tot surround
links
Luidsprekerpictogrammen:
FL - Front links
FR - Front rechts
C - Midden
SW - Subwoofer
SL - Surround Links
SR - Surround Rechts
SBL - Surround Back Links
SBR - Surround Back Rechts