User Manual

90
107. Maak planken en andere beweegbare delen in de koelkast en vriezer vast met
plakband.
108. Kantel de koelkast niet meer dan 4om schade aan het koelsysteem te voorkomen.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN VOEDSEL
Plaats de verschillende etenswaren in verschillende compartimenten volgens
onderstaande tabel:
Koelkastgedeelte
Type levensmiddel
Deur of rekken van het
koelkastgedeelte
Levensmiddelen met natuurlijke
conserveringsmiddelen, zoals jam, sappen, dranken,
sauzen
Bewaar geen bederfelijk voedsel
Vershoudlade
(groentelade)
Fruit, kruiden en groenten moeten afzonderlijk in de
vershoudlade worden geplaatst
Bewaar bananen, uien, aardappelen en knoflook niet
in de koelkast
Koelkastplank midden
Zuivelproducten, eieren
Koelkastplank boven
Levensmiddelen die niet bereid hoeven worden, zoals
kant-en-klare levensmiddelen, vleeswaren, kliekjes
Diepvrieslade(s)/vak
Lang te bewaren levensmiddelen
Onderste lade voor rauw vlees, gevogelte en vis
Middelste lade voor bevroren groenten, patat
Bovenste vak voor ijs, bevroren fruit, bevroren
gebakken producten
Aanbevolen wordt om de temperatuur in te stellen op 4 °C in het koelkastgedeelte en,
indien mogelijk, op -18 °C in het vriesgedeelte.
Voor de meeste levensmiddelcategorieën wordt de langste bewaartijd in het
koelkastgedeelte bereikt bij koudere temperaturen. Aangezien sommige specifieke
producten (zoals verse groenten en fruit) beschadigd kunnen raken bij koudere
temperaturen, wordt aanbevolen om ze in een vershoudlade te bewaren, indien
aanwezig. Als die niet aanwezig is, moet de thermostaat op een gemiddelde temperatuur
ingesteld blijven.
Raadpleeg voor bevroren levensmiddelen de op de verpakking van het levensmiddel
vermelde bewaartijd. Deze bewaartijd wordt bereikt wanneer de instelling voldoet aan de
referentietemperaturen van het compartiment (één ster: -6 °C, twee sterren: -12 °C, drie
sterren: 18 °C).
Tips voor het bewaren van voedsel in de koelkast
Houd de koelkasttemperatuur lager dan 5 °C.
Laat warm voedsel afkoelen tot kamertemperatuur voordat u het in het apparaat opbergt.
In de koelkast opgeslagen levensmiddelen moeten worden gewassen en afgedroogd
voordat zij worden opgeborgen.
Het te bewaren voedsel moet goed afgesloten zijn om geur- of smaakveranderingen te