User Manual

Table Of Contents
140
1
Geef het Live View-beeld weer.
Druk op de knop <A>.
Het Live View-beeld wordt op het
LCD-scherm weergegeven.
In het Live View-beeld wordt het
helderheidsniveau van de
daadwerkelijk te maken opname
nauwkeurig benaderd.
2
Stel scherp op het onderwerp.
Wanneer u de ontspanknop half
indrukt, stelt de camera scherp met
de actuele AF-methode (pag. 148).
3
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in.
De foto wordt gemaakt en de
gemaakte opname wordt op het LCD-
scherm weergegeven.
Als de opnameweergave is
beëindigd, keert de camera
automatisch terug naar de Live View-
opnamen.
Druk op de knop <A> om Live View-
opnamen te verlaten.
A Opnamen maken met het LCD-scherm
De zichthoek van de opname is circa 100% (waarbij de opnamekwaliteit
is ingesteld op JPEG 73 en de aspect ratio op 3:2).
Tijdens Live View-opnamen zal de camera opnamen maken met 1-beeld
AF (pag. 97) in alle opnamemodi.
De meetmethode wordt voor Live View-opnamen ingesteld op
meervlaksmeting.
In Creatieve modi kunt u de scherptediepte controleren door [9: Wijs
SET-knop toe] onder [53: Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] in te stellen
op [4: Scherptedieptecontrole] en op <0> te drukken.
Tijdens continue opname wordt de belichting die voor de eerste opname
is ingesteld ook toegepast op de volgende opnamen.