User Manual

Table Of Contents
Menufunctie-instellingen
146
Aspect ratioN
De aspect ratio (beeldverhouding) van de opname kan worden
ingesteld op [3:2], [4:3], [16:9] of [1:1]. Het gebied rond het
beeldgebied wordt omgeven door een zwart masker wanneer de
volgende beeldverhoudingen zijn ingesteld: [4:3] [16:9] [1:1].
De JPEG-beelden worden samen met de ingestelde aspect ratio
opgeslagen. RAW-beelden worden altijd met de aspect ratio [3:2]
opgeslagen. De geselecteerde aspect ratio wordt als informatie aan
het RAW-beeldbestand toegevoegd. Wanneer u het RAW-bestand
met de EOS-software verwerkt, kunt u hierdoor een beeld genereren
met de aspect ratio die tijdens de opname was ingesteld. Bij aspect
ratio [4:3], [16:9] en [1:1] worden de lijnen die de aspect ratio
aanduiden tijdens de opnameweergave weergegeven, maar deze
worden niet daadwerkelijk op de opname getekend.
Beeld-
kwaliteit
Aspect ratio en aantal pixels (circa)
3:2 4:3 16:9 1:1
3
6000x4000
(24,0 megapixels)
5328x4000*
(21,3 megapixels)
6000x3368*
(20,2 megapixels)
4000x4000
(16,0 megapixels)
4
3984x2656
(10,6 megapixels)
3552x2664
(9,5 megapixels)
3984x2240*
(8,9 megapixels)
2656x2656
(7,1 megapixels)
a
2976x1984
(5,9 megapixels)
2656x1992
(5,3 megapixels)
2976x1680*
(5,0 megapixels)
1984x1984
(3,9 megapixels)
b
1920x1280
(2,5 megapixels)
1696x1280*
(2,2 megapixels)
1920x1080
(2,1 megapixels)
1280x1280
(1,6 megapixels)
c
720x480
(350.000 pixels)
640x480
(310.000 pixels)
720x408*
(290.000 pixels)
480x480
(230.000 pixels)
Opnamekwaliteiten met een sterretje komen niet helemaal met de
desbetreffende aspect ratio overeen.
Het opnamegebied voor foto’s dat wordt weergegeven voor de aspect
ratio met een sterretje, kan iets afwijken van het werkelijke
opnamegebied voor foto’s. Controleer de vastgelegde beelden op het
LCD-scherm wanneer u de opnamen maakt.
Als u een andere camera gebruikt voor het direct afdrukken van
opnamen die met deze camera zijn gemaakt in de aspect ratio 1:1,
worden de opnamen mogelijk niet goed afgedrukt.