User Manual

Table Of Contents
156
U kunt de opname vergroten en nauwkeurig scherpstellen met
handmatig scherpstellen.
1
Zet de scherpstelmodusknop op
de lens op <MF>.
Draai aan de scherpstelring van de
lens om ruw scherp te stellen.
2
Verplaats het vergrotingskader.
Druk op de pijltjestoetsen <
S
> om het
vergrotingskader te verplaatsen naar de
positie waarop u wilt scherpstellen.
Druk op <0> om het
vergrotingskader weer naar het
midden te verplaatsen. (Als C.Fn-9 is
ingesteld, houdt u de knop <O/L>
ingedrukt en drukt u op <0>.)
3
Vergroot het beeld.
Druk op de knop <u>.
Het gebied binnen het vergrotingskader
wordt vergroot weergegeven.
Telkens wanneer u op de knop <
u
>
drukt, wordt de vergroting van het beeld
in de volgende volgorde gewijzigd:
4
Stel handmatig scherp.
Draai terwijl u naar het vergrote beeld
kijkt aan de scherpstelring op het
objectief om scherp te stellen.
Nadat u hebt scherpgesteld, drukt
u op de knop <u> om naar de
normale weergave terug te keren.
5
Maak de opname.
Controleer de scherpstelling en
belichting en druk de ontspanknop in
om de opname te maken (pag. 140).
MF: Handmatige scherpstelling
Vergrotingskader
AE-vergrendeling
Positie van vergroot gebied
Vergroting
5x
9
10x
9
Normale weergave