User Manual

Table Of Contents
158
Algemene aandachtspunten bij het maken van Live View-
opnamen
Live View-beeld
Bij weinig of juist heel fel licht wordt in het Live View-beeld mogelijk niet
de helderheid van de daadwerkelijke opname weergegeven.
Ook wanneer er een lage ISO-snelheid is ingesteld, kan er ruis zichtbaar
zijn op het weergegeven Live View-beeld bij weinig licht. Maar wanneer
u de opname maakt, bevat de opgeslagen opname minimale ruis.
(De beeldkwaliteit van het Live View-beeld is anders dan die van de
opgeslagen opname.)
Als de lichtbron (de verlichting) in het beeld verandert, kan het scherm
gaan flikkeren. Als dit gebeurt, sluit u de Live View-opnamen af en hervat
u de Live View-opnamen bij de lichtbron die u daadwerkelijk wilt
gebruiken.
Wanneer u de camera in een andere richting houdt, wordt de helderheid
van de Live View-opname mogelijk even niet juist weergegeven.
Wacht met het maken van opnamen totdat het helderheidsniveau is
gestabiliseerd.
Als er zich een zeer felle lichtbron in beeld bevindt, kan het heldere
gedeelte op het LCD-scherm zwart lijken. Op het vastgelegde beeld zelf
wordt het heldere gedeelte wél goed weergegeven.
Wanneer u bij weinig licht [52: LCD-helderheid] op een heldere
instelling zet, kan er (kleur)ruis in het Live View-beeld optreden. De ruis
of onregelmatige kleuren wordt echter niet in op het vastgelegde beeld
opgeslagen.
Wanneer u het beeld vergroot, lijkt dit mogelijk scherper dan het
daadwerkelijke beeld.
Aangepaste functies
Tijdens Live View-opnamen zijn bepaalde persoonlijke voorkeuze-
instellingen niet actief (pag. 259).
Lens en flitser
Tijdens het maken van Live View-opnamen kan
scherpstellingsvoorkeuze voor (super)telelenzen niet worden gebruikt.
FE-vergrendeling is niet mogelijk wanneer de ingebouwde flitser of een
externe Speedlite wordt gebruikt. Instellicht werkt ook niet als er een
externe Speedlite wordt gebruikt.