User Manual

Table Of Contents
214
U kunt tijdens de weergave van opnamen op de knop <Q> drukken
om de volgende opties in te stellen: [J: Beveilig beelden],
[b: Beeld roteren], [9: Classificatie], [U: Creatieve filters],
[S: Wijzig formaat (alleen JPEG-beelden)] en [e: Spring met 6].
Voor movies kunnen alleen de functies die hierboven vetgedrukt
worden weergegeven worden ingesteld.
1
Druk op de knop <Q>.
Druk tijdens de opnameweergave op
de knop <Q>.
De opties voor Quick Control worden
weergegeven.
2
Selecteer een functie en stel
deze in.
Druk op de pijltjestoetsen <W>
en <X> om een functie te selecteren.
De naam en huidige instelling van de
geselecteerde functie worden onder
aan het scherm weergegeven.
Stel de functie in door op de
pijltjestoetsen <Y> en <Z>
te drukken.
Druk op <0> voor Creatieve filters
en Wijzig formaat en stel de functie
in. Zie voor meer informatie
pagina 236 voor Creatieve filters en
pagina 239 voor Wijzig formaat.
Druk op de knop <M> om te
annuleren.
3
Verlaat de instelling.
Druk op de knop <Q> om het scherm
Quick Control af te sluiten.
Q Snel instellen voor weergave