User Manual
Table Of Contents
- EOS 2000D
- Inleiding
- Aan de slag
- Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
- Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
- Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto)
- De flitser uitschakelen
- Creative Auto-opnamen
- Portretfoto’s maken
- Landschapsfoto’s maken
- Close-ups maken
- Opnamen maken van bewegende onderwerpen
- Voedsel fotograferen
- Nachtportretten maken
- Quick Control
- Opname met sfeerselectie
- Opname via licht of scènetype
- Opnamen weergeven
- Creatieve opnamen
- AE-programma
- De opnamekwaliteit instellen
- De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau
- Optimale opnamekenmerken voor het onderwerp selecteren
- De AF-bediening wijzigen
- Het AF-punt selecteren
- Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
- Continue opname
- De zelfontspanner gebruiken
- De ingebouwde flitser gebruiken
- Opnamefuncties voor gevorderden
- De beweging van het onderwerp vastleggen
- De scherptediepte wijzigen
- Handmatige belichting
- De meetmethode wijzigen
- Belichtingscorrectie instellen
- Bracketing met automatische belichting
- De belichting vergrendelen
- De flitsbelichting vergrendelen
- Helderheid en contrast automatisch corrigeren
- De donkere hoeken van de opname corrigeren
- Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren
- Favoriete opnamekenmerken vastleggen
- Aanpassen aan de lichtbron
- De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen
- Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen
- Opnamen maken met het LCD- scherm (Live View-opnamen)
- Movie-opnamen
- Handige functies
- Opnamen weergeven
- Snel opnamen zoeken
- Vergrote weergave
- De opname roteren
- Classificaties instellen
- Snel instellen voor weergave
- Genieten van movies
- Movies afspelen
- De eerste en laatste beelden van een movie bewerken
- Diavoorstelling (automatische weergave)
- Beelden op een tv-toestel bekijken
- Opnamen beveiligen
- Opnamen wissen
- Weergave met opname-informatie
- Opnamen naverwerken
- Beelden afdrukken
- De camera aanpassen aan uw voorkeuren
- Referentie
- Verkorte softwarehandleiding/ Opnamen downloaden naar een computer
245
w Afdrukken
Selecteer het formaat van het papier
dat in de printer is geplaatst en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met papiersoort wordt
weergegeven.
Selecteer het type papier dat in de
printer is geplaatst en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm voor de pagina-indeling
wordt weergegeven.
Selecteer de pagina-indeling en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met printinstellingen
verschijnt weer.
*1: Van de Exif-gegevens kunnen de cameranaam, lensnaam, opnamemodus, sluitertijd,
het diafragma, de mate van belichtingscompensatie, ISO-snelheid, witbalans,
enzovoort worden afgedrukt.
*2: Wanneer u de afdruktaken volgens de aanwijzingen in “Digital Print Order Format (DPOF)”
(pag. 251) hebt ingesteld, wordt het aanbevolen de afdrukken te maken aan de hand van
de aanwijzingen in “Voor DPOF geselecteerde opnamen direct printen” (pag. 254).
QHet papierformaat instellen
YDe papiersoort instellen
UDe pagina-indeling instellen
Randen
Afdrukken met een witte rand rondom het beeld.
Randloos
Afdrukken zonder rand. Als uw printer niet kan afdrukken zonder
randen, wordt het beeld met randen afgedrukt.
Randen
c
Hiermee wordt de opname-informatie*
1
bij afdrukken van het formaat
9x13 cm en groter afgedrukt langs de rand van het papier.
xx-plus
Optie om 2, 4, 8, 9, 16 of 20 opnamen op één vel af te drukken.
20-plus
c
35-plus
p
Hiermee worden 20 of 35 opnamen afgedrukt als
miniatuurafbeeldingen op papier van A4- of Letter-formaat
*2
.
• Hiermee wordt de opname-informatie
*1
afgedrukt met [
20-plus
c
].
Standaard
De pagina-indeling is afhankelijk van het model of de instellingen van
de printer.
Als de aspect ratio van de opname afwijkt van de aspect ratio van het
printpapier, kan de opname aanzienlijk worden bijgesneden door de opname
zonder randen af te drukken. Als het beeld is bijgesneden, kan dit er als afdruk
korreliger uitzien vanwege het kleinere aantal pixels.