User Manual

Table Of Contents
w Afdrukken
246
4
Stel de afdrukeffecten in
(beeldoptimalisatie).
Stel ze indien nodig in. Ga naar
stap 5 als u geen afdrukeffecten wilt
instellen.
De schermweergave kan per
printer verschillen.
Selecteer de optie en druk vervolgens
op <0>.
Selecteer het gewenste afdrukeffect
en druk vervolgens op <0>.
Als het pictogram <e> naast
<z> helder wordt weergegeven,
kunt u het afdrukeffect aanpassen
(pag. 248).
*
Wijzigingen in de afdrukeffecten zijn zichtbaar in het beeld linksboven op
het scherm. Het beeld dat wordt afgedrukt, kan er iets anders uitzien dan het
weergegeven beeld. Het weergegeven beeld is slechts een benadering. Dit
geldt ook voor de instellingen [Helderheid] en [Levels aanp.] op pagina 248.
Afdrukeffect Omschrijving
E
Aan
Afdrukken met de standaardkleuren van de printer. De Exif-gegevens
van de opname worden gebruikt voor het maken van automatische
correcties.
E
Uit
Er wordt geen automatische correctie toegepast.
E
Levendig
Hiermee wordt er afgedrukt met een hogere verzadiging voor
levendige blauwe en groene tinten.
E
NR
Beeldruis wordt vóór het afdrukken verminderd.
0
Z/W
Opnamen worden afgedrukt in zwart-wit, waarbij zwart echt zwart is.
0
Koele toon
Opnamen worden afgedrukt in zwart-wit, met koele, blauwachtige
zwarttinten.
0
Warme toon
Opnamen worden afgedrukt in zwart-wit, met warme, gelige
zwarttinten.
z
Natuurlijk
Opnamen worden afgedrukt met de oorspronkelijke kleuren en het
oorspronkelijke contrast. Er worden geen automatische
kleuraanpassingen gemaakt.
z
Natuurlijk M
De afdrukkenmerken zijn dezelfde als voor de instelling “Natuurlijk”.
Met deze instelling zijn echter fijnere aanpassingen voor het
afdrukken mogelijk dan met “Natuurlijk”.
E
Standaard
De prints kunnen per printer verschillen. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de printer voor meer informatie.
Als u de opname-informatie van een beeld dat is gemaakt bij een
uitgebreide ISO-snelheid (H) mee laat afdrukken, wordt mogelijk niet de
juiste ISO-snelheid afgedrukt.