User Manual

Table Of Contents
247
w Afdrukken
5
Stel het afdrukken van de datum
en het bestandsnummer in.
Stel ze indien nodig in.
Selecteer <I> en druk vervolgens
op <0>.
Stel de afdrukinstellingen naar wens
in en druk vervolgens op <0>.
6
Stel het aantal exemplaren in.
Stel deze in als dit nodig is.
Selecteer <R> en druk vervolgens
op <0>.
Stel het aantal exemplaren in en druk
vervolgens op <0>.
7
Begin met afdrukken.
Selecteer [Print] en druk vervolgens
op <0>.
Bij de instelling [Standaard] voor afdrukeffecten en andere opties
worden de standaardinstellingen van de printer gebruikt zoals deze door
de fabrikant zijn ingesteld. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de
printer voor de [Standaard]-instellingen.
Afhankelijk van de bestandsgrootte en de opnamekwaliteit kan het even
duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselecteerd.
Als beeldkantelingscorrectie op de opname is toegepast (pag. 249),
duurt het langer voordat de opname wordt afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt beëindigen, drukt u op <
0> terwijl [Stop] wordt
weergegeven. Vervolgens selecteert u [OK].
Als u [Wis alle camera-instellingen] (pag. 194) uitvoert, worden de
standaardinstellingen hersteld.