User Manual
Table Of Contents
- EOS 2000D
- Inleiding
- Aan de slag
- Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
- Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
- Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto)
- De flitser uitschakelen
- Creative Auto-opnamen
- Portretfoto’s maken
- Landschapsfoto’s maken
- Close-ups maken
- Opnamen maken van bewegende onderwerpen
- Voedsel fotograferen
- Nachtportretten maken
- Quick Control
- Opname met sfeerselectie
- Opname via licht of scènetype
- Opnamen weergeven
- Creatieve opnamen
- AE-programma
- De opnamekwaliteit instellen
- De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau
- Optimale opnamekenmerken voor het onderwerp selecteren
- De AF-bediening wijzigen
- Het AF-punt selecteren
- Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
- Continue opname
- De zelfontspanner gebruiken
- De ingebouwde flitser gebruiken
- Opnamefuncties voor gevorderden
- De beweging van het onderwerp vastleggen
- De scherptediepte wijzigen
- Handmatige belichting
- De meetmethode wijzigen
- Belichtingscorrectie instellen
- Bracketing met automatische belichting
- De belichting vergrendelen
- De flitsbelichting vergrendelen
- Helderheid en contrast automatisch corrigeren
- De donkere hoeken van de opname corrigeren
- Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren
- Favoriete opnamekenmerken vastleggen
- Aanpassen aan de lichtbron
- De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen
- Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen
- Opnamen maken met het LCD- scherm (Live View-opnamen)
- Movie-opnamen
- Handige functies
- Opnamen weergeven
- Snel opnamen zoeken
- Vergrote weergave
- De opname roteren
- Classificaties instellen
- Snel instellen voor weergave
- Genieten van movies
- Movies afspelen
- De eerste en laatste beelden van een movie bewerken
- Diavoorstelling (automatische weergave)
- Beelden op een tv-toestel bekijken
- Opnamen beveiligen
- Opnamen wissen
- Weergave met opname-informatie
- Opnamen naverwerken
- Beelden afdrukken
- De camera aanpassen aan uw voorkeuren
- Referentie
- Verkorte softwarehandleiding/ Opnamen downloaden naar een computer
263
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
C.Fn-5 Hoge ISO-ruisreductie
Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat.
Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de
functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden
wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de
schaduwpartijen) verder gereduceerd. Wijzig de instelling zodat deze
aansluit op het ruisniveau.
0: Standaard 2: Sterk
1: Zwak 3: Deactiveren
C.Fn-6 Lichte tonen prioriteit
0: Uitschakelen
1: Inschakelen
Verbetert de details in lichte tinten. Het dynamische bereik wordt
uitgebreid van het standaard 18% grijs naar heldere lichte tinten.
De overgang tussen grijstinten en lichte tinten wordt geleidelijker.
Bij instelling 2 neemt de maximale opnamereeks voor continue opnamen
aanzienlijk af. Ook de continue opnamesnelheid kan lager zijn.
Als u een 1- of 1+73-opname met de camera weergeeft of
rechtstreeks afdrukt, zal het ruisreductie-effect bij hoge ISO-snelheid
kleiner lijken. Controleer het ruisreductie-effect of druk de opnamen met
ruisreductie af via Digital Photo Professional (EOS-software, pag. 314).
Als u RAW-beelden naar een smartphone verzendt, kan het ruisreductie-
effect bij hoge ISO-snelheid van opgeslagen opnamen op de
smartphone lager liggen. Daarom is het raadzaam de opnamekwaliteit
bij het maken van RAW-beelden in te stellen op 1+73.
Met instelling 1 wordt Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie
helderheid) (pag. 123) automatisch ingesteld op [Uitschakelen] en kan
de instelling niet worden gewijzigd.
Bij instelling 1 kan iets meer ruis (korrelig beeld, strepen, enzovoort)
optreden dan bij instelling 0.
Bij instelling 1 is het bereik voor de ISO-instelling ISO 200 - ISO 6400.
Daarnaast wordt het pictogram <A> op het LCD-scherm en in de zoeker
weergegeven om aan te geven dat de prioriteit voor lichte tonen is
ingeschakeld.