User Manual
Table Of Contents
- EOS 2000D
- Inleiding
- Aan de slag
- Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
- Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
- Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto)
- De flitser uitschakelen
- Creative Auto-opnamen
- Portretfoto’s maken
- Landschapsfoto’s maken
- Close-ups maken
- Opnamen maken van bewegende onderwerpen
- Voedsel fotograferen
- Nachtportretten maken
- Quick Control
- Opname met sfeerselectie
- Opname via licht of scènetype
- Opnamen weergeven
- Creatieve opnamen
- AE-programma
- De opnamekwaliteit instellen
- De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau
- Optimale opnamekenmerken voor het onderwerp selecteren
- De AF-bediening wijzigen
- Het AF-punt selecteren
- Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
- Continue opname
- De zelfontspanner gebruiken
- De ingebouwde flitser gebruiken
- Opnamefuncties voor gevorderden
- De beweging van het onderwerp vastleggen
- De scherptediepte wijzigen
- Handmatige belichting
- De meetmethode wijzigen
- Belichtingscorrectie instellen
- Bracketing met automatische belichting
- De belichting vergrendelen
- De flitsbelichting vergrendelen
- Helderheid en contrast automatisch corrigeren
- De donkere hoeken van de opname corrigeren
- Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren
- Favoriete opnamekenmerken vastleggen
- Aanpassen aan de lichtbron
- De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen
- Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen
- Opnamen maken met het LCD- scherm (Live View-opnamen)
- Movie-opnamen
- Handige functies
- Opnamen weergeven
- Snel opnamen zoeken
- Vergrote weergave
- De opname roteren
- Classificaties instellen
- Snel instellen voor weergave
- Genieten van movies
- Movies afspelen
- De eerste en laatste beelden van een movie bewerken
- Diavoorstelling (automatische weergave)
- Beelden op een tv-toestel bekijken
- Opnamen beveiligen
- Opnamen wissen
- Weergave met opname-informatie
- Opnamen naverwerken
- Beelden afdrukken
- De camera aanpassen aan uw voorkeuren
- Referentie
- Verkorte softwarehandleiding/ Opnamen downloaden naar een computer
275
H Eye-Fi-kaarten gebruiken
Aandachtspunten bij het gebruik van Eye-Fi-kaarten
Als [53: Wi-Fi/NFC] is ingesteld op [Inschakelen], is beeldoverdracht
met een Eye-Fi-kaart niet mogelijk.
Als “J” wordt weergegeven, is er een fout opgetreden bij het ophalen
van de kaartinformatie. Schakel de camera uit en weer in.
Zelfs als [51: Eye-Fi trans.] is ingesteld op [Uit], zendt de kaart wellicht
nog steeds een signaal uit. In ziekenhuizen, op vliegvelden en op andere
plaatsen waar draadloze gegevensoverdracht verboden is, dient u de
Eye-Fi-kaart van tevoren uit de camera te verwijderen.
Als de beeldoverdracht niet werkt, controleert u de instellingen van de
Eye-Fi-kaart en de computer. Raadpleeg de instructiehandleiding van de
kaart voor meer informatie.
Afhankelijk van de verbinding van het Wireless LAN kan de
beeldoverdracht langer duren of worden onderbroken.
De Eye-Fi -kaart kan heet worden bij het verzenden.
De accu raakt sneller leeg.
Tijdens de beeldoverdracht werkt de functie voor het automatisch
uitschakelen van de camera niet.
Als u een andere Wireless LAN-kaart dan een Eye-Fi-kaart plaatst,
wordt [51: Eye-Fi instellingen] niet weergegeven. Ook wordt het
pictogram <H> voor de overdrachtstatus niet weergegeven.