User Manual

Table Of Contents
58
<A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de
scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien
past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het
onderwerp beweegt of niet (pag. 61).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <A>.
2
Richt een AF-punt op het
onderwerp.
Alle AF-punten worden gebruikt om
scherp te stellen en de camera stelt
normaal scherp op het dichtstbijzijnde
object.
Het scherpstellen kan worden
vereenvoudigd door het middelste
AF-punt op het onderwerp te richten.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in.
Draai aan de scherpstelring op de
lens om scherp te stellen op het
onderwerp.
De stip in het AF-punt waarop wordt
scherpgesteld, knippert kort rood.
Op hetzelfde moment is er een
pieptoon te horen en brandt de
scherpstelindicator <o> in de
zoeker.
Indien nodig komt de ingebouwde
flitser automatisch tevoorschijn.
A Volautomatisch opnamen maken
(Scene Intelligent Auto)
AF-punt
Scherpstelindicator