User Manual
Table Of Contents
- EOS 2000D
- Inleiding
- Aan de slag
- Basisfuncties voor het maken en weergeven van opnamen
- Volautomatisch opnamen maken (Scene Intelligent Auto)
- Volautomatische technieken (Scene Intelligent Auto)
- De flitser uitschakelen
- Creative Auto-opnamen
- Portretfoto’s maken
- Landschapsfoto’s maken
- Close-ups maken
- Opnamen maken van bewegende onderwerpen
- Voedsel fotograferen
- Nachtportretten maken
- Quick Control
- Opname met sfeerselectie
- Opname via licht of scènetype
- Opnamen weergeven
- Creatieve opnamen
- AE-programma
- De opnamekwaliteit instellen
- De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau
- Optimale opnamekenmerken voor het onderwerp selecteren
- De AF-bediening wijzigen
- Het AF-punt selecteren
- Onderwerpen waarop moeilijk kan worden scherpgesteld
- Continue opname
- De zelfontspanner gebruiken
- De ingebouwde flitser gebruiken
- Opnamefuncties voor gevorderden
- De beweging van het onderwerp vastleggen
- De scherptediepte wijzigen
- Handmatige belichting
- De meetmethode wijzigen
- Belichtingscorrectie instellen
- Bracketing met automatische belichting
- De belichting vergrendelen
- De flitsbelichting vergrendelen
- Helderheid en contrast automatisch corrigeren
- De donkere hoeken van de opname corrigeren
- Opnamekenmerken aanpassen aan uw voorkeuren
- Favoriete opnamekenmerken vastleggen
- Aanpassen aan de lichtbron
- De kleurtoon voor de lichtbron aanpassen
- Het bereik van reproduceerbare kleuren instellen
- Opnamen maken met het LCD- scherm (Live View-opnamen)
- Movie-opnamen
- Handige functies
- Opnamen weergeven
- Snel opnamen zoeken
- Vergrote weergave
- De opname roteren
- Classificaties instellen
- Snel instellen voor weergave
- Genieten van movies
- Movies afspelen
- De eerste en laatste beelden van een movie bewerken
- Diavoorstelling (automatische weergave)
- Beelden op een tv-toestel bekijken
- Opnamen beveiligen
- Opnamen wissen
- Weergave met opname-informatie
- Opnamen naverwerken
- Beelden afdrukken
- De camera aanpassen aan uw voorkeuren
- Referentie
- Verkorte softwarehandleiding/ Opnamen downloaden naar een computer
92
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de
waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt
de ISO-snelheid automatisch ingesteld (pag. 94).
1
Druk op de knop <Wi>.
[ISO-snelheid] wordt weergegeven.
2
Stel de ISO-snelheid in.
Druk op de pijltjestoetsen <Y>
en <Z> of draai aan het instelwiel
<6> om de gewenste ISO-snelheid
in te stellen en druk vervolgens
op <0>.
Als u [AUTO] selecteert, wordt de
ISO-snelheid automatisch ingesteld
(pag. 93).
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
* Bij hoge ISO-snelheden kunnen opnamen er korreliger uitzien.
i
: De ISO-snelheid aanpassen aan het lichtniveau
N
ISO-snelheid
Opnamesituatie
(Geen flits)
Flitsbereik
ISO 100 - ISO 400 Zonnig, buiten
Hoe hoger de ISO-
snelheid, hoe groter
het flitsbereik zal zijn
(pag. 105).
ISO 400 - ISO 1600 Bewolkt of ’s avonds
ISO 1600 - ISO 6400, H Donker, binnen of ’s avonds
Als onder [53: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [2: ISO
vergroten] is ingesteld op [1: Aan], kan “H” (gelijk aan ISO 12800) ook
worden geselecteerd (pag. 260).
Onder [53: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)], als [10: Flitsknopfunctie]
is ingesteld op [1: ISO-snelheid], kunt u de ISO-snelheid instellen met
de knop <D>.
Als onder [53: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [6: Lichte
tonen prioriteit] is ingesteld op [1: Inschakelen], kunnen ISO 100 en
“H” (gelijk aan ISO 12800) niet worden geselecteerd (pag. 263).
Opnamen bij hoge temperaturen kunnen er korreliger uitzien. Lange
belichtingstijden kunnen ook afwijkende kleuren in de opname tot gevolg
hebben.