Operation Manual

35
Flitsen met andere opnamemethoden
: AE met diafragmavoorkeuze en TTL flits
Wanneer u controle wilt hebben over de scherptediepte of een correcte belichting
van het onderwerp en de achtergrond wilt verkrijgen, stelt u de camera in op AE met
diafragmavoorkeuze. U stelt zelf het diafragma in, waarna de camera automatisch de
voor het lichtniveau op de achtergrond juiste sluitertijd kiest. Het TTL Flitsprogramma
bepaalt de flitsintensiteit op basis van het door u ingestelde diafragma.
A
v
1
Stel de camera in op < >
(AE met diafragmavoorkeuze).
2
Stel het gewenste diafragma in.
Draai aan het elektronische instelwiel van
de camera om het diafragma in te stellen.
3
Maak de opname.
Stel het onderwerp scherp, controleer of
het < > symbool in de zoeker oplicht en
maak dan de opname.
Wanneer de maximale flitssynchronisatietijd van de camera knippert, wordt de
achtergrond overbelicht. Wanneer de flitssynchronisatietijd knippert, wordt de
achtergrond onderbelicht. Wijzig de diafragmawaarde tot de flitssynchronisatietijd
stopt met knipperen.
Bij weinig licht wordt automatisch een lange synchronisatietijd ingesteld. Gebruik van
een statief is in dat geval aan te raden.
3485 Speedlite 420EX - Ned. 29-04-2003 13:18 Pagina 35