User Manual

Sluitersynchronisatie
Normaal gesproken stelt u deze optie in op [Synchronisatie 1e gordijn], zodat de flitser
onmiddellijk flitst aan het begin van de opname. Stel deze optie in op [Synchronisatie 2e
gordijn] en gebruik lange sluitertijden voor natuurlijk lijkende beelden van bewegingssporen
van het onderwerp, zoals autokoplampen.
Stel deze optie in op [Hogesnelheidssynchronisatie] voor flitsfotografie met kortere
sluitertijden dan de minimale sluitertijd bij flitssynchronisatie. Dit is effectief bij het maken
van opnamen met een open diafragma in de modus <
> om bijvoorbeeld bij daglicht de
achtergrond achter onderwerpen buiten te vervagen.
Waarschuwing
Maakt u opnamen met [Synchronisatie 2e gordijn], stel dan een sluitertijd in van
1/60 sec. of langer. Bij sluitertijden korter dan 1/60 sec. wordt automatisch 1e-
gordijnsynchronisatie gebruikt, zelfs als [Synchronisatie 2e gordijn] ingesteld is.
Flitsbelichtingscompensatie
Net zoals de belichtingscompensatie kan worden ingesteld, kunt u ook de flitssterkte van
externe Speedlites wijzigen.
196