User Manual

3.
Selecteer [Inschak.].
Controleer of dat de naam van de gebruikte lens en
[Correctiegegevens beschikbaar] worden weergegeven (behalve als
[Diffractiecorrectie] ingesteld is).
Wordt [Correctiegeg. niet beschikbaar] of een [ ]-pictogram
weergegeven, raadpleeg dan
Digitale lensoptimalisatie.
Helderheid van randen
Vignettering (donkere beeldhoeken) kan worden gecorrigeerd.
Waarschuwing
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan er mogelijk ruis aan de randen van
een beeld ontstaan.
Hoe hoger de ISO-snelheid, hoe lager de mate van correctie.
Opmerking
De toegepaste mate van correctie is lager dan de maximale correctie die kan
worden toegepast met Digital Photo Professional (EOS-software).
Correctie van de helderheid van randen wordt automatisch uitgevoerd in de
basismodi wanneer correctiegegevens op de camera zijn opgeslagen.
254