User Manual

3.
Stel de ISO-snelheid in.
Tik op het pictogram van de ISO-snelheid.
Het instelscherm voor de ISO-snelheid wordt weergegeven.
Gebruik het instelwiel < > of de pijltjestoetsen < >< > om
een waarde in te stellen.
4.
Stel de sluitertijd en de diafragmawaarde in.
Druk de ontspanknop half in en controleer de indicator voor het
belichtingsniveau.
Druk op de pijltjestoets < > om de sluitertijd of diafragmawaarde te
selecteren en draai vervolgens aan het instelwiel <
> om een
waarde in te stellen.
U kunt de sluitertijd instellen binnen het bereik van 1/4000 sec. tot 1/8
sec.
312