User Manual

3.
Stel het bijsnijdkader in.
Druk op < > om het bijsnijdkader weer te geven.
Het gedeelte van het beeld dat binnen het bijsnijdkader valt, wordt
bijgesneden.
De grootte van het bijsnijdkader wijzigen
Gebruik knop <
> of < > om de grootte van het bijsnijdkader te
wijzigen. Hoe kleiner het bijsnijdkader, hoe meer vergroot de
bijgesneden afbeelding eruit zal zien.
De beeldverhouding en richting van het bijsnijdkader wijzigen.
Gebruik het instelwiel <
> om < > te selecteren. Druk op
<
> om de beeldverhouding van het bijsnijdkader te wijzigen.
Het bijsnijdkader verplaatsen
Gebruik de pijltjestoetsen <
>< >< >< > om het kader
verticaal en horizontaal te verschuiven. Verplaats het bijsnijdkader tot
het gewenste beeldgebied binnen het kader wordt weergegeven.
Corrigerende kanteling
U kunt de beeldkanteling corrigeren met ±10°. Gebruik het instelwiel
<
> om < > te selecteren en druk vervolgens op < >. Terwijl
u de kanteling controleert aan de hand van het raster, draait u aan het
instelwiel <
> (in stappen van 0,1°) of tikt u op de linker- of
rechterpijl (in stappen van 0,5°) in de linkerbovenhoek van het scherm
om de kanteling te corrigeren. Bent u klaar met het corrigeren van de
kanteling, druk dan op <
>.
445