Operation Manual

108
De ingebouwde flitser gebruiken
Effectief bereik van ingebouwde flitser [Meters (bij benadering)]
Rode ogen kunnen worden geminimaliseerd door een rode-
ogenreductielamp te gebruiken voordat u een opname met de flitser
maakt. Rode-ogenreductie kan in iedere opnamemodus worden
ingesteld, behalve in <3>, <7> en <5>.
Selecteer op het tabblad [
1
] [
R.ogen
Aan/Uit
] en druk op <
0
>. Selecteer
[
Aan
] en druk vervolgens op <
0
>.
Als u de ontspanknop half indrukt wanneer
u opnamen maakt met de flitser, gaat de
rode-ogenreductielamp branden. Wanneer
u vervolgens de ontspanknop helemaal
indrukt, wordt de opname gemaakt.
Diafragma
ISO snelheid
100 200 400 800 1600 3200 H1: 6400 H2: 12800
f/3.5
3.7 5.3 7.4 10.5 14.9 21.0 29.7 42.0
f/4
3.3 4.6 6.5 9.2 13.0 18.4 26.0 36.8
f/5.6
2.3 3.3 4.6 6.6 9.3 13.1 18.6 26.3
3 Rode-ogenreductie gebruiken
Voor onderwerpen dichtbij moet het onderwerp minstens 1 meter van de camera zijn
verwijderd wanneer u de flitser gebruikt.
Verwijder de lenskap en bewaar een afstand van minstens 1 meter van het onderwerp.
Als er een zonnekap is aangebracht op de lens of als u te dicht bij het onderwerp staat, kan de
onderzijde van de foto er donker uitzien omdat de flitser wordt belemmerd. Als u een
telefotolens of een snelle lens gebruikt en de flitser wordt nog steeds gedeeltelijk belemmerd,
raden we u aan een Speedlite uit de EX-serie (afzonderlijk verkrijgbaar) te gebruiken.
Rode-ogenreductie is het meest effectief als het onderwerp in de rode-ogenreductielamp
kijkt in een goed verlichte ruimte of wanneer u het onderwerp dichter nadert.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, wordt de zoekerweergave
onderaan geleidelijk uitgeschakeld. Voor het beste resultaat maakt
u de opname nadat deze weergave is uitgeschakeld.
De effectiviteit van de rode-ogenreductie is afhankelijk van het onderwerp.