Operation Manual

123
Automatisch scherpstellenN
De beeldsensor wordt gebruikt om scherp te stellen. Hoewel automatisch
scherpstellen mogelijk is als het Live View-beeld wordt weergegeven,
duurt het in deze modus langer dan in de Quick mode
.
Scherpstellen is in deze modus ook lastiger dan in de Quick mode.
1
Geef de Live View-opname weer.
Druk op de knop <A>.
X De Live View-opname wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Het AF-punt < > wordt
weergegeven.
Gebruik <9> om het AF-punt te
verplaatsen naar de positie waarop u
wilt scherpstellen (het AF-punt kan
niet worden verplaatst naar de
randen van het beeld). Als u <9>
volledig indrukt, gaat het AF-punt
weer terug naar het midden.
2
Stel scherp op het onderwerp.
Richt het AF-punt op het onderwerp en
houd de knop <
p
> ingedrukt.
X Als de scherpstelling is bereikt, wordt
het AF-punt groen en klinkt er een
pieptoon.
X Als de scherpstelling niet wordt
bereikt, wordt het AF-punt rood.
3
Maak de opname.
Controleer de scherpstelling en
belichting en druk de ontspanknop in
om de opname te maken (pag. 118).
Live mode
AF-punt