Operation Manual

128
In dit gedeelte vindt u aanwijzingen voor
het instellen van [Stille opname] van het
menu [6 Live view functie inst.].
Modus 1
Het geluid van de camera dat volgt na een opname is in deze modus
zachter dan bij normale opnamen. U kunt ook continu-opnamen maken.
Bij continu-opnamen met hoge snelheid is dat ongeveer 5,8 fps.
Modus 2
Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er slechts één
opname gemaakt. Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, worden de
camerafuncties onderbroken. De overige camerafuncties worden pas
weer hervat en u hoort het opnamegeluid pas als u de ontspanknop
weer half indrukt. U kunt verstoring tot een minimum beperken door het
sluitergeluid te vertragen. In deze modus kunt u slechts één opname
maken, zelfs als u continu-opnamen hebt ingesteld.
Deactiveren
Als u een TS-E-lens gebruikt voor verticale verschuivingen, of als
u een tussenring gebruikt, stel deze optie dan in op [Uitschakelen].
Als u de optie instelt op [Modus 1] of [Modus 2] kan dat onjuiste of
onregelmatige belichting veroorzaken.
Als u de ontspanknop volledig indrukt, klinkt de sluiter alsof er twee
opnamen zijn gemaakt. Er wordt echter maar één opname gemaakt.
Stille opnamen makenN
Als u de flitser gebruikt, wordt de optie [Uitschakelen] geactiveerd, zelfs
wanneer u deze hebt ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2].
Wanneer u een flitseenheid gebruikt van een ander merk dan Canon,
stelt u deze optie in op [Uitschakelen]. (De flitser werkt niet als deze
optie is ingesteld op [Modus 1] of [Modus 2]).