Operation Manual

148
Als u de aan-uitschakelaar op <1/J> of <2> zet, verwijdert de
zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de
sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u
daar iets van merkt. U kunt de sensorreiniging echter op ieder gewenst
moment activeren of uitschakelen.
1
Selecteer [Sensorreiniging].
Selecteer [Sensorreiniging] op het
tabblad [6] en druk vervolgens op
<0>.
2
Selecteer [Reinig nuf].
Draai aan het instelwiel <5> om
[Reinig nuf] te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
Selecteer [OK] en druk vervolgens op
<0>.
X Op het scherm wordt aangegeven dat
de sensor wordt gereinigd. Er klinkt
een sluitergeluid, maar er wordt geen
foto gemaakt.
Selecteer [Auto. reinigingf] in stap 2 en selecteer vervolgens
[Uitschak.].
X Het reinigen van de sensor gaat niet door als u de aan-uitschakelaar
op <1/J> of <2> zet.
3 Automatische sensorreiniging
De sensor nu reinigen
Automatisch reinigen van de sensor uitschakelen
Voor het beste resultaat plaatst u de camera tijdens de sensorreiniging
met de onderkant op een tafel of een ander loodrecht oppervlak.
Het resultaat zal niet sterk verbeteren door de sensorreiniging een aantal
keren te herhalen. Direct na het reinigen van de sensor is de optie
[Reinig nuf] tijdelijk niet beschikbaar.