Operation Manual

57
In de modus <C> (Automatisch/creatief) kunt u eenvoudig de
helderheid, enz. van een opname aanpassen. De standaardinstellingen
zijn gelijk aan die in de modus <1> (Automatisch).
* CA staat voor Automatisch/creatief (Creative Auto).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <C>.
X
Het scherm Automatisch/creatief wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
2
Druk <9> helemaal naar
beneden.
X U kunt <9> gebruiken om een
functie te selecteren.
De functies (1) t/m (6) op de volgende
pagina kunnen worden geselecteerd.
3
Stel de gewenste optie in.
Gebruik <9> om de functie te
selecteren.
X De geselecteerde functie wordt
weergegeven onder in het scherm.
Draai aan het instelwiel <
5> of het
hoofdinstelwiel <6> om de
instelling te wijzigen.
Druk <9> helemaal naar beneden
om terug te gaan naar het scherm
van stap 1.
4
Maak de opname.
Nadat de foto is gemaakt, wordt het
LCD-scherm uitgeschakeld.
Als u de opnamemodus wijzigt of de
camera uitschakelt, worden de
standaardinstellingen van
Automatisch/creatief hersteld.
De instelling voor de opnamekwaliteit
blijft behouden.
C Creatieve automatische opnamen