Operation Manual

67
U kunt de Picture Style naar wens aanpassen door individuele
parameters te wijzigen, bijvoorbeeld [Scherpte] en [Contrast].
Maak proefopnamen om het resultaat te bekijken. Zie de volgende
pagina voor het aanpassen van [Monochroom].
1
Druk op de knop <A>.
2
Selecteer een Picture Style.
Draai aan het instelwiel <6> of
<5> om een Picture Style te
selecteren en druk vervolgens op de
knop <B>.
3
Selecteer een parameter.
Draai aan het instelwiel <5> om een
parameter te selecteren en druk
vervolgens op <0>.
4
Stel de parameter in.
Draai aan het instelwiel <5> om de
parameter naar wens in te stellen en
druk vervolgens op <0>.
Druk op de knop <M> om de
aangepaste parameter op te slaan.
Het keuzescherm voor Picture Styles
verschijnt weer.
X Instellingen die afwijken van de
standaardinstelling worden blauw
weergegeven.
Parameterinstellingen en -effecten
A
Een Picture Style aanpassen
N
g Scherpte
[0] : minder scherpe contouren
[+7] : scherpe contouren
h Contrast [-4] : laag contrast [+4] : hoog contrast
i Verzadiging [-4] : lage verzadiging [+4] : hoge verzadiging
j Kleurtoon
[-4] : roodachtige huidskleur [+4] : geelachtige huidskleur