Operation Manual

101
3 Correctie voor belichting in het buitengebied
De camera bevat reeds correctiegegevens voor belichting in
het buitengebied voor ongeveer 25 objectieven. Als u in
stap2[Inschakelen] selecteert, worden de correctiegegevens voor
belichting in het buitengebied automatisch toegepast voor elk objectief
waarvoor correctiegegevens in de camera zijn geregistreerd.
U kunt met EOS Utility (meegeleverde software) controleren voor welke
objectieven correctiegegevens zijn geregistreerd in de camera. U kunt
ook correctiegegevens voor niet-geregistreerde objectieven registreren.
Raadpleeg de instructiehandleiding (PDF, op de cd-rom) voor EOS
Utility voor meer informatie.
Correctiegegevens voor het objectief
Voor JPEG-opnamen die al zijn vastgelegd, kan de correctie voor
belichting in het buitengebied niet worden toegepast.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden treedt mogelijk ruis op in het
buitengebied van een afbeelding.
Wanneer u een objectief van een ander merk dan Canon gebruikt, wordt
aanbevolen de correctie in te stellen op [Uitschakelen], zelfs als
[Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven.
Correctie voor belichting in het buitengebied wordt toegepast, zelfs
wanneer de extender is geplaatst.
Als de correctiegegevens voor het bevestigde objectief niet zijn
geregistreerd in de camera, geeft dit hetzelfde resultaat als wanneer de
correctie is ingesteld op [Uitschakelen].
De toegepaste mate van correctie is iets lager dan de maximale correctie die
kan worden ingesteld met Digital Photo Professional (meegeleverde software).
Wanneer geen informatie over de opnameafstand voor het objectief
beschikbaar is, is de mate van correctie lager.
Hoe hoger de ISO-snelheid, des te lager de mate van correctie.